ECLI:NL:GHAMS:2021:3736
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake zorgregeling en kinderbijdrage in familierechtelijke procedure
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een hoger beroep van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland inzake de zorgregeling en kinderbijdrage voor de minderjarige [de minderjarige]. De vrouw, verzoekster in het hoger beroep, heeft op 8 juni 2021 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank van 6 mei 2021, waarin onder andere een dwangsom is opgelegd voor het niet naleven van de zorgregeling. De man, verweerder in het hoger beroep, heeft verweer gevoerd en verzocht om bekrachtiging van de bestreden beschikking. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot vernietiging van het deel van de beschikking waarin de zorgregeling moet worden nageleefd. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de zorgregeling, vastgesteld door het hof op 8 januari 2019, moet worden nageleefd. Het hof heeft de dwangsom die door de rechtbank was opgelegd, vernietigd, omdat het opleggen van een dwangsom niet in het belang van de minderjarige wordt geacht. Het hof heeft de vrouw aangespoord om haar verantwoordelijkheid te nemen en samen met de man en de minderjarige hulp te zoeken om de situatie te verbeteren. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.