ECLI:NL:GHAMS:2021:3734
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking inzake gezamenlijk gezag over kinderen na scheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezamenlijk gezag van twee ouders over hun kinderen. De man, verzoeker in hoger beroep, had eerder bij de rechtbank Amsterdam verzocht om gezamenlijk gezag, maar dit verzoek was afgewezen. De man en de vrouw, die sinds september 2018 uit elkaar zijn, hebben samen twee kinderen. De vrouw oefent momenteel alleen het gezag uit. De man heeft de kinderen erkend en heeft sinds september 2020 regelmatig contact met hen.
Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders is verbeterd en dat er geen onaanvaardbaar risico is dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders. De man heeft inmiddels een eigen woning en de omgang met de kinderen verloopt goed. Het hof oordeelt dat er geen redenen zijn om het verzoek van de man af te wijzen en dat het gezamenlijk gezag in het belang van de kinderen is. De vrouw had verweer gevoerd tegen het verzoek van de man, maar het hof oordeelt dat de ouders in staat zijn om gezamenlijk het gezag uit te oefenen.
De beslissing van het hof is om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en de ouders gezamenlijk met het gezag over de kinderen te belasten. Het hof benadrukt het belang van goede communicatie en samenwerking tussen de ouders in het kader van de gezamenlijke gezagsuitoefening. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en een afschrift zal worden gezonden aan de griffier van de rechtbank Amsterdam.