ECLI:NL:GHAMS:2021:3695

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 november 2021
Publicatiedatum
26 november 2021
Zaaknummer
23-002856-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis m.u.v. straf in zaak van mensensmokkel

Op 24 november 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 15 december 2020 was gewezen. De zaak betreft mensensmokkel, waarbij de verdachte een Syrische vrouw vanuit Griekenland naar Nederland heeft gesmokkeld door haar op het paspoort van zijn echtgenote te laten reizen. Dit handelen is in strijd met de maatregelen ter bestrijding van illegale toegang tot Nederland en schaadt het vertrouwen in identiteitsdocumenten.

De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte schuldig wordt verklaard zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof heeft de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte in overweging genomen.

Uiteindelijk heeft het hof besloten het vonnis van de politierechter te bevestigen, maar de strafoplegging te vernietigen. Het hof heeft geoordeeld dat, gezien de achtergrond en motieven van de verdachte, alsook de overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg, er aanleiding is om de verdachte schuldig te verklaren zonder straf of maatregel op te leggen. Het hof heeft de beslissing op 24 november 2021 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002856-20
datum uitspraak: 24 november 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 15 december 2020 in de strafzaak onder parketnummer 15-058800-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboortedatum],
adres: [woonplaats].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 10 november 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de strafoplegging. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Geen straf of maatregel

De politierechter heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Het hof heeft in hoger beroep bij zijn overwegingen over een eventueel op te leggen straf gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan alsmede op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft een Syrische vrouw vanuit Griekenland Nederland binnengesmokkeld door haar op het paspoort van zijn echtgenote te laten reizen. Mensensmokkel druist in tegen de maatregelen tot bestrijding inzake de illegale toegang tot Nederland en andere lidstaten van de Europese Unie. Daarnaast heeft het handelen van de verdachte het vertrouwen geschaad dat in het internationale personenverkeer in op naam gestelde (identiteits-)documenten moet kunnen worden gesteld. Gelet op de aard en de ernst van het feit is het hof van oordeel dat de door de politierechter opgelegde gevangenisstraf in beginsel passend is.
Gelet evenwel op de achtergrond en het motief van de verdachte voor zijn handelen, zijn persoonlijke omstandigheden en de relatief forse overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg ziet het hof – met de advocaat-generaal – aanleiding in de onderhavige zaak toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, zodat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de strafoplegging en doet in zoverre opnieuw recht.
Bepaalt dat ter zake van het bewezenverklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.P. van Heusden, mr. A.M. van Woensel en mr. H.M.J. Quaedvlieg, in tegenwoordigheid van mr. P.E. de Wildt, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 november 2021.