ECLI:NL:GHAMS:2021:3609
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie wegens overlijden van de verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een strafvervolging tegen een verdachte die op 13 juli 2019 in Turkije is overleden. De advocaat-generaal heeft een akte van overlijden overgelegd, waaruit blijkt dat de verdachte is overleden, vastgesteld door het academisch ziekenhuis van Marmara Universiteit in Pendik, Turkije. Gezien het overlijden van de verdachte, heeft het hof vastgesteld dat het recht tot strafvordering vervalt op grond van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie beoordeeld en geconcludeerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de strafvervolging. Dit betekent dat de strafzaak niet verder kan worden vervolgd, aangezien de verdachte niet meer in leven is. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging. Deze beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de uitspraak op de openbare terechtzitting is gedaan.