Uitspraak
13-129845-20 tegen
Onderzoek van de zaak
26 oktober 2021.
Tenlastelegging
zij in of omstreeks de periode van 28 mei 2009 tot en met 18 juni 2009 te Amsterdam en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
zij in of omstreeks de periode van 28 mei 2009 tot en met 18 juni 2009 te Amsterdam en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals en/of vervalst(e) geschrift(en) die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware deze echt en onvervalst, te weten:
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Vrijspraak
BESLISSING
mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 9 november 2021.