Uitspraak
zaak Adat:
1.hij, op een of meer tijdstip(pen) of omstreeks 17 januari 2021 te Amsterdam, op of aan de openbare weg(en), het Museumplein,
2.hij, op of omstreeks 17 januari 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, opzettelijk niet heeft voldaan aan een opdracht krachtens artikel 175 gemeentewet, te weten een (nood)bevel van de Burgemeester, in elk geval krachtens wettelijk voorschrift, gegeven door of namens de Burgemeester van Amsterdam (zijnde een ambtenaar met uitoefening van enig toezicht belast), immers heeft hij, verdachte toen en aldaar zich niet (op eerste vordering) verwijderd van het Museumplein en/of de omgeving van het Museumplein, te weten onder andere het Museumplein nadat dit was gevorderd door de politie, terwijl voornoemde opdracht inhield dat hij, verdachte, zich moest verwijderen van het Museumplein en/of haar omgeving;
zaak Bdat:
1.hij op of omstreeks 25 februari 2021 te Wormerveer, gemeente Zaanstad, in elk geval in Nederland,
2.hij op of omstreeks 13 februari 2021 te Krommenie, gemeente Zaanstad, in elk geval in Nederland,
zaak Adat:
2.2.hij op 17 januari 2021 te Amsterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een opdracht krachtens artikel 175 Gemeentewet, te weten een noodbevel van de Burgemeester van Amsterdam, zijnde een ambtenaar met uitoefening van enig toezicht belast, immers heeft hij, verdachte, zich toen en aldaar niet op eerste vordering van de politie verwijderd van het Museumplein en omgeving;
zaak Bdat:
1.hij op 25 februari 2021 te Wormerveer, gemeente Zaanstad, een flesje parfum toebehorende aan [winkel 1], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.hij op 13 februari 2021 te Krommenie, gemeente Zaanstad, twee blikjes bier, toebehorende aan [winkel 2], heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen.
telkensop:
– kort gezegd – ging om soortgelijk Covid-19 gerelateerd geweld. Bovendien vindt het hof het vanuit het oogpunt van generale preventie van belang dat een krachtig signaal wordt gegeven dat het plegen van openlijk geweld volstrekt ontoelaatbaar is, te meer nu het Covid-19-virus nog altijd niet onder controle is en de onvrede over het door de overheid gevoerde beleid ter bestrijding van het virus nog steeds leidt tot verschillende vormen van protest.
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis.