ECLI:NL:GHAMS:2021:3512

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 november 2021
Publicatiedatum
15 november 2021
Zaaknummer
23-000327-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak opzetheling en veroordeling voor schuldheling van een op straat gekochte telefoon

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van opzetheling van een iPhone 8, die hij op straat had gekocht. Het openbaar ministerie ging in hoger beroep tegen deze vrijspraak. Tijdens de zitting in hoger beroep op 1 november 2021 heeft het hof de gewijzigde tenlastelegging in overweging genomen, waarin de verdachte werd beschuldigd van schuldheling. De verdachte had de telefoon gekocht voor € 250,00 van een onbekende persoon en deze vervolgens doorverkocht voor € 400,00. Het hof oordeelde dat de verdachte, gezien de omstandigheden van de aankoop, redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de telefoon van diefstal afkomstig was. Het hof sprak de verdachte vrij van opzetheling, maar oordeelde dat hij zich schuldig had gemaakt aan schuldheling. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 300,00 en 6 dagen hechtenis. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en de strafbeschikking van de politierechter, en legde een passende straf op, rekening houdend met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000327-21
datum uitspraak: 15 november 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 27 januari 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-258739-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1998,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 november 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De politierechter heeft de verdachte vrijgesproken van hetgeen hem is ten laste gelegd.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 2 maart 2018 te Amsterdam, een goed te weten een telefoon (iPhone 8) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof heeft beraadslaagd op de grondslag van een in hoger beroep gewijzigde tenlastelegging en tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Bewijsoverweging

De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit. Daartoe heeft zij – kort gezegd – aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de telefoon een door misdrijf verkregen goed betrof.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte heeft verklaard op 2 maart 2018 op straat voor € 250,00 een telefoon (iPhone 8) te hebben gekocht van een hem onbekend persoon na door die persoon daartoe te zijn benaderd. Hij heeft geen verifieerbare (contact)gegevens van deze persoon gevraagd of gekregen. Nog dezelfde dag heeft de verdachte de telefoon doorverkocht aan [winkel] voor een aanzienlijk hoger bedrag, namelijk voor € 400,00. Bij de politie heeft de verdachte verklaard dat hij de telefoon kocht omdat het een goedkope telefoon was en dat het de bedoeling was om deze gelijk door te verkopen. Volgens de verdachte waren geen sporen te zien dat de telefoon afkomstig was van diefstal. Hij verklaart op [website] te hebben gekeken en te hebben gecontroleerd of een gebruikersprofiel (iCloud) aan de telefoon was gekoppeld.
Met de raadsvrouw en de advocaat-generaal en evenals de politierechter is het hof van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat de verdachte wist dat de telefoon van misdrijf afkomstig was. Het hof spreekt de verdachte dan ook vrij van opzetheling.
Het hof verwerpt het verweer van de raadsvrouw dat de verdachte niet redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de telefoon van misdrijf afkomstig was. De verdachte heeft van een onbekende persoon op straat een telefoon, iPhone 8, gekocht zonder hierbij om een aankoopbon of (contact)gegevens van de verkoper (zoals een naam, adres of telefoonnummer) te vragen. Daarbij heeft de verdachte verklaard dat hij wist dat men in de winkel veel meer voor de telefoon zou kunnen krijgen. De verdachte heeft de telefoon nog dezelfde dag daadwerkelijk doorverkocht, voor een aanzienlijk hoger bedrag dan het bedrag dat hij ervoor had betaald.
De verdachte had in het licht van voornoemde omstandigheden – met name de opvallend lage prijs –
redelijkerwijs moeten vermoeden dat de betreffende telefoon van diefstal afkomstig was. Hij heeft naar het oordeel van het hof niet de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen die bij het kopen van een telefoon mag worden verwacht en is in die mate tekortgeschoten in zijn onderzoeksplicht naar de herkomst van de telefoon dat hij met de voor schuldheling vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld. Dat de verdachte zegt op [website] te hebben gekeken om te controleren of de telefoon niet als gestolen stond geregistreerd doet hier niet aan af, gelet op het feit dat het raadplegen van die website geen garantie oplevert dat elke gestolen telefoon daarop staat geregistreerd, wat in versterkte mate geldt indien de gestolen telefoon kort na de diefstal te koop wordt aangeboden.
Het hof acht, gelet op het voorgaande, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan schuldheling.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 2 maart 2018 te Amsterdam, een goed te weten een telefoon (iPhone 8) heeft verworven, voorhanden gehad en overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving en het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
schuldheling.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte ten aanzien van het in eerste aanleg tenlastegelegde vrijgesproken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 500,00 subsidiair 10 dagen hechtenis.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven, het voorhanden hebben en het overdragen van een telefoon, een iPhone 8, terwijl hij op het moment van verwerven redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze telefoon van diefstal afkomstig was. De verdachte heeft daarmede bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen goederen.
De verdachte heeft oorspronkelijk een strafbeschikking van € 500,00 opgelegd gekregen voor opzetheling van de telefoon. Gelet op het feit dat de verdachte wordt vrijgesproken van de opzetheling, is het hof van oordeel dat een geldboete van € 500,00, zoals gevorderd door de advocaat-generaal, voor de bewezenverklaarde schuldheling niet passend is.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 63 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 30 oktober 2020 onder CJIB nummer [nummer] .
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 300,00 (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. V.M.A. Sinnige en mr. D. Abels, in tegenwoordigheid van R.M. ter Horst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 november 2021.
Mr. V.M.A. Sinnige is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.