In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van opzetheling van een iPhone 8, die hij op straat had gekocht. Het openbaar ministerie ging in hoger beroep tegen deze vrijspraak. Tijdens de zitting in hoger beroep op 1 november 2021 heeft het hof de gewijzigde tenlastelegging in overweging genomen, waarin de verdachte werd beschuldigd van schuldheling. De verdachte had de telefoon gekocht voor € 250,00 van een onbekende persoon en deze vervolgens doorverkocht voor € 400,00. Het hof oordeelde dat de verdachte, gezien de omstandigheden van de aankoop, redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de telefoon van diefstal afkomstig was. Het hof sprak de verdachte vrij van opzetheling, maar oordeelde dat hij zich schuldig had gemaakt aan schuldheling. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 300,00 en 6 dagen hechtenis. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en de strafbeschikking van de politierechter, en legde een passende straf op, rekening houdend met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan.