Op 27 oktober 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 2 november 2020 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 11 maart 2020 te Amsterdam een overtreding heeft gepleegd van artikel 18, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening Amsterdam 2009. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 140,00 en 2 dagen hechtenis. De geldboete zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de rechter later anders beslist, mocht de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maken aan een strafbaar feit. De relevante wettelijke voorschriften die zijn toegepast in deze zaak zijn onder andere de artikelen 14a, 14b, 23, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht, evenals de artikelen 18 en 22 van de Afvalstoffenverordening Amsterdam 2009 en artikelen 2, vierde lid, en 6, eerste lid, onder 5 van de Wet op de economische delicten.