ECLI:NL:GHAMS:2021:3448

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 oktober 2021
Publicatiedatum
11 november 2021
Zaaknummer
23-001944-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis kantonrechter inzake overtreding Wegenverkeerswet 1994

Op 27 oktober 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 6 juli 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 31 december 2020 in Amsterdam een overtreding heeft begaan van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 750,00 en 15 dagen hechtenis, met de mogelijkheid dat deze hechtenis kan worden omgezet in een week hechtenis bij gebreke van betaling. De hechtenis zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig maakt aan een strafbaar feit. Daarnaast heeft het hof de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een eerder vonnis afgewezen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer(s) eerste aanleg : 96-018209-21 en 96-202153-17 (TUL)
parketnummer hoger beroep : 23-001944-21
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 27 oktober 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 6 juli 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Gepleegd

op 31 december 2020 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24 en 24c van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 107 en 177 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 750,00 (zevenhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
Veroordeelt de verdachte tot
hechtenisvoor de duur van
1 (één) week.
Bepaalt dat de hechtenis niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 24 maart 2021, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kantonrechter Amsterdam van 24 juli 2019, parketnummer 96-202153-17, voorwaardelijk opgelegde hechtenis van 1 (één) week met proeftijd van 2 (twee) jaren.
Gewezen door mr. N.A. Schimmel, in bijzijn van mr. A. de Wit, griffier.
mr. N.A. Schimmel