Op 27 oktober 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 6 juli 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 31 december 2020 in Amsterdam een overtreding heeft begaan van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 750,00 en 15 dagen hechtenis, met de mogelijkheid dat deze hechtenis kan worden omgezet in een week hechtenis bij gebreke van betaling. De hechtenis zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig maakt aan een strafbaar feit. Daarnaast heeft het hof de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een eerder vonnis afgewezen.