ECLI:NL:GHAMS:2021:3433
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning stiefvader en gerechtelijke vaststelling ouderschap biologische vader in het belang van de minderjarige
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de erkenning van een stiefvader en de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van de biologische vader van een minderjarige. De moeder en de stiefvader hebben in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 24 juli 2020 aangevochten, waarin de erkenning door de stiefvader van de minderjarige werd vernietigd en het ouderschap van de biologische vader werd vastgesteld. De moeder en de stiefvader stellen dat de vernietiging van de erkenning niet in het belang van de minderjarige is, omdat de stiefvader een belangrijke rol in haar leven speelt. De vader daarentegen betwist dit en stelt dat de biologische band met de minderjarige voorop moet staan. De bijzondere curator heeft de rechtbank geadviseerd de erkenning te vernietigen en het ouderschap van de vader vast te stellen, wat het hof uiteindelijk heeft bekrachtigd. Het hof oordeelt dat het in het belang van de minderjarige is dat haar afstamming duidelijk is en dat zij familierechtelijke banden heeft met haar biologische vader. Daarnaast is er een tweede zaak waarin het gezag over de minderjarige aan de orde is. De vader heeft verzocht om alleen met het gezag belast te worden, maar het hof heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de moeder met het gezag blijft belast. De moeder heeft de zorg voor de minderjarige en het hof acht het niet wenselijk om het gezag te wijzigen, gezien de huidige omstandigheden.