Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
bill of ladingovergegaan tot betaling van het onder het documentair krediet gestelde bedrag van USD 395.845,00. Achteraf is gebleken dat de
bill of ladingvervalst was. Silvergear heeft de partij koper nooit ontvangen. In deze procedure vordert Silvergear van ABN AMRO vergoeding van het onder het documentair krediet uitbetaalde bedrag. Silvergear verwijt ABN AMRO (in hoger beroep) dat zij haar voorafgaand aan het openen van het documentair krediet niet heeft geïnformeerd over de risico’s en dat zij haar niet heeft gewaarschuwd voor fraude toen zij slechts één (1/1) originele
bill of ladingontving in plaats van drie zoals opgegeven in het documentair krediet.
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
letter of creditverstrekt voor een bedrag van USD 418.435,00 met Hebei als begunstigde. Hierin is, voor zover van belang, onder meer opgenomen:
SILVERGEAR (..)
letter of creditgewijzigd. Het bedrag is verlaagd naar USD 395.845,00 en het onder de
letter of creditvereiste SGS Inspection Certificate is veranderd in een CIQ-inspectiecertificaat.
letter of creditzijn de door de
International Chamber of Commerceuitgegeven
Uniform Customs and Practice for Documentary Creditsversie 600 uit 2007 (hierna: UCP 600) van toepassing verklaard. De relevante bepalingen luiden als volgt:
(..)
bill of ladingontvangen, gedateerd 3 december 2015, met het verzoek om over te gaan tot uitbetaling onder de letter of credit. Het betrof een enkele (1/1) originele
bill of lading(volgens het document afkomstig) van United Arab Shipping Agency Company Benelux B.V. (hierna: UASC), met daarin de bevestiging van de ontvangst ‘on board’ van vier containers voor het vervoer van Xingang in China naar Rotterdam. Bij de
bill of ladingwas een factuur, een CIQ-inspectiecertificaat en een
Certificate of Origingevoegd.
bill of ladingis telefonisch contact geweest tussen ABN AMRO en de heer [X] . Hij heeft namens Silvergear akkoord gegeven voor uitbetaling.
letter of creditheeft ABN AMRO de
bill of ladingop 24 december 2015 aan Silvergear verstrekt.
bill of ladingaan haar expediteur BSF Expeditie B.V. (hierna: BSF) overhandigd, opdat deze de containers bij de losplaats van de reder UASC kon afhalen. De heer [Y] van BSF is op 12 januari 2016 met de door hem ontvangen
bill of ladingnaar UASC gegaan. Een medewerker van de rederij vertelde hem toen dat sprake was van een valselijk opgemaakte
bill of lading. Het documentnummer van de
bill of ladingbleek na raadpleging van het systeem wel een bestaand nummer te zijn, en het was ook gekoppeld aan een daadwerkelijk uitgevoerde verscheping van vier containers, maar de inhoud van die containers was bestemd voor een ontvanger in Duitsland.
bill of lading. In haar verslag van expertise van 19 april 2016 wordt onder meer vermeld:
4.Beoordeling
een letter of credit. Verder geldt dat Silvergear het documentair krediet niet heeft geopend op advies van de bank. Zij had zich hiertoe al verbonden in de overeenkomst met Supernew/Hebei, kennelijk zonder zich daarover vooraf te (laten) informeren. Dit had van haar als professionele partij wel mogen worden verwacht. Zo had Silvergear zelf kunnen lezen dat de UCP 600 op het documentair krediet van toepassing zijn, waaruit volgt dat ABN AMRO de aangeleverde documenten slechts
on their facebeoordeelt en geen aansprakelijkheid aanvaardt voor eventuele vervalsingen. Onder deze omstandigheden rustte op ABN AMRO geen precontractuele zorgplicht die maakt dat zij Silvergear had moeten informeren over of waarschuwen voor eventuele risico’s.
bill of ladinghad ontvangen in plaats van de vereiste drie originelen, een indicatie kon zijn dat fraude in het spel was. Toen ABN AMRO naar aanleiding hiervan telefonisch contact met Silvergear opnam, had zij Silvergear hiervoor moeten waarschuwen. ABN AMRO is bij haar dienstverlening namelijk gehouden naar beste vermogen rekening te houden met de belangen van haar cliënten. In dit geval geldt dat des te meer, omdat Silvergear voor het eerst met documentair krediet in aanraking kwam. Als ABN AMRO haar voor dit frauderisico had gewaarschuwd, had Silvergear geen akkoord gegeven voor uitbetaling, aldus Silvergear.
bill of ladinghad ontvangen een indicatie was voor fraude. De rechtbank heeft in eerste aanlag al overwogen dat de gepleegde fraude voor ABN AMRO niet kenbaar was. ABN AMRO heeft in hoger beroep aangevoerd dat een afwijking in het aantal originele
bills of ladingten opzichte van het documentair krediet vaker voorkomt en doorgaans niet meer is dan een administratieve onzorgvuldigheid. Gelet hierop had het op de weg van Silvergear gelegen om haar standpunt dat dit wel een indicatie was voor fraude nader te onderbouwen. Dit heeft zij niet gedaan. Er bestaat dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat ABN AMRO haar zorgplicht heeft geschonden door Silvergear op dat moment niet op een eventueel frauderisico te wijzen.
bill of ladingwas ontvangen in plaats van drie originelen zoals overeengekomen, passeert het hof dit bewijsaanbod. Silvergear heeft deze stelling in het licht van haar betoog in de memorie van grieven (randnummer 20) dat tijdens dit telefoongesprek is gesproken over een afwijking in het aantal originelen van de
bill of ladingonvoldoende onderbouwd. Silvergear heeft verder geen stellingen ingenomen die tot een ander oordeel kunnen leiden. Aan nadere bewijslevering komt het hof niet toe.