Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
“onder meer, maar niet uitsluitend daartoe beperkt, uit hoofde van de bankrekening welke verweerder bij deze bank aanhoudt onder nummer (…)” –maakt voldoende duidelijk dat ASR verlof wenste voor conservatoir derdenbeslag op de vordering(en) van [appellant] uit hoofde van bankrekeningen bij ABN AMRO. Dat zijn voor beslag vatbare goederen. Op ASR rustte geen rechtsplicht om, alvorens conservatoir beslag te laten leggen ten laste van [appellant] , na te gaan of dat beslag doel zou treffen, of om, vanwege de hogere kosten van conservatoir beslag, pas in de executoriale fase beslag te laten leggen. Het hof volgt [appellant] dan ook niet in zijn betoog dat de beslagkosten in de gegeven omstandigheden nodeloos gemaakt zijn. Nu het conservatoir derdenbeslag evenmin nietig of onrechtmatig was, kan ASR de beslagkosten, waaronder de kosten van het beslagexploot en het griffierecht van het verzoekschrift tot het leggen van conservatoir beslag, terugvorderen van [appellant] . Het griffierecht van het verzoekschrift voor het leggen van conservatoir beslag dient in mindering te worden gebracht op het griffierecht in de hoofdzaak. Dat is gebeurd.