Uitspraak
[verdachte]
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 oktober 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die eerder op 11 juni 2021 door de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam was veroordeeld. De verdachte was veroordeeld voor het aanbieden en/of verkopen op een door het college van B&W verboden plaats, zoals vastgelegd in artikel 4.5 van de Verordening staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten. De verdachte had echter niet binnen de wettelijke termijn van veertien dagen na het vonnis hoger beroep ingesteld, maar pas op 29 juli 2021. Hierdoor was het hof van oordeel dat de verdachte niet-ontvankelijk moest worden verklaard in het hoger beroep. Het hof heeft deze beslissing genomen op basis van de wettelijke vereisten voor het indienen van hoger beroep, waarbij de termijn strikt in acht moet worden genomen. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van rechtsmiddelen in het strafrecht.