ECLI:NL:GHAMS:2021:3308
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging afwijzing verzoek tot gezamenlijk gezag en omgangsregeling in familiezaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de verzoeken van de man om gezamenlijk gezag over zijn dochter en uitbreiding van de omgangsregeling. De man, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Holland, verzocht het hof om hem gezamenlijk met de vrouw te belasten met het ouderlijk gezag over hun dochter, geboren in 2019, en om de omgangsregeling uit te breiden. De vrouw, die alleen het gezag uitoefent, verzet zich hiertegen en heeft haar twijfels geuit over de veiligheid van de omgang.
Het hof heeft vastgesteld dat de man en de vrouw een verstoorde communicatie hebben en dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige klem of verloren raakt tussen de ouders. De rechtbank had eerder het verzoek van de man tot gezamenlijk gezag afgewezen, en het hof heeft deze beslissing bekrachtigd. De man heeft betoogd dat er ruimte is voor verbetering in de communicatie, maar het hof oordeelt dat de noodzakelijke basis voor gezamenlijk gezag ontbreekt.
Wat betreft de omgangsregeling heeft het hof vastgesteld dat de huidige regeling, waarbij de man en de minderjarige één keer per week onder begeleiding contact hebben, in het belang van het kind is. Er zijn zorgen geuit over het gedrag van de minderjarige na de omgang, en het hof heeft besloten dat eerst onderzoek moet worden gedaan naar dit gedrag voordat de omgangsregeling kan worden uitgebreid. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst de verzoeken van de man af.