Op 22 september 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 22 maart 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 10 juni 2020 in Amsterdam een overtreding heeft begaan van artikel 9, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Dit betekent dat de verdachte gedurende deze proeftijd niet opnieuw een strafbaar feit mag plegen, anders kan de voorwaardelijke straf alsnog ten uitvoer worden gelegd. De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht, evenals de relevante artikelen van de Wegenverkeerswet 1994.