Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[X] N.V,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat betrekking heeft op een executiegeschil. De zaak is ontstaan uit een eerder vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam, waarin een betalingsveroordeling was uitgesproken. De voorzieningenrechter had de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis verbonden aan de voorwaarde van zekerheidstelling. Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt echter dat een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis in beginsel zonder deze voorwaarde ten uitvoer moet kunnen worden gelegd. Het hof heeft de feiten van de zaak samengevat, waarbij partijen sinds 2014 verwikkeld zijn in een geschil over een samenwerkingsovereenkomst. De rechtbank had eerder de samenwerkingsovereenkomst ontbonden, maar het hof heeft in een eerder arrest [Y] veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan [X].
In het hoger beroep heeft [X] geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en de vorderingen van [Y] zal afwijzen. [Y] heeft in incidenteel appel haar vorderingen opnieuw aan de orde gesteld. Het hof heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat er geen termen zijn om af te wijken van het uitgangspunt dat een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis zonder zekerheidstelling ten uitvoer moet kunnen worden gelegd. Het hof heeft de grief van [X] in principaal appel toegewezen en de grieven van [Y] in incidenteel appel afgewezen. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en de vorderingen van [Y] afgewezen, met veroordeling van [Y] in de kosten van het geding.