ECLI:NL:GHAMS:2021:3110

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 oktober 2021
Publicatiedatum
19 oktober 2021
Zaaknummer
23-000508-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis van de politierechter in een strafzaak betreffende winkeldiefstal

Op 19 oktober 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 5 februari 2020 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 10 januari 2020 in Amsterdam meerdere flessen drank heeft weggenomen uit een winkel. De verdachte, geboren in 1979 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting op 5 oktober 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de bewijsoverwegingen van de politierechter aangevuld moeten worden, evenals de bewijsmiddelen en de strafmotivering. Het hof heeft de bewijsoverwegingen van de politierechter bevestigd en de strafmotivering aangevuld. De verdachte is op camerabeelden herkend en er zijn aangiften en verklaringen van getuigen die de diefstal bevestigen. De advocaat-generaal heeft dezelfde straf gevorderd als door de politierechter was opgelegd, terwijl de raadsman pleitte voor een voorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof heeft echter besloten tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, rekening houdend met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vermogensdelicten. Het hof bevestigt het vonnis van de politierechter, met inachtneming van de aangebrachte aanvullingen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000508-20
datum uitspraak: 19 oktober 2021
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 5 februari 2020 in de strafzaak onder de parketnummers 13-009150-20 en 13-235763-19 (tul) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1979,
adres: zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
5 oktober 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof, mede naar aanleiding van in hoger beroep gevoerde verweren:
- de bewijsoverweging van de politierechter zal aanvullen, evenals de bewijsmiddelen;
- kennelijke schrijffouten in de bewezenverklaring zal verbeteren; en
- de strafmotivering zal aanvullen.
Bewijsoverwegingen
De politierechter heeft overwogen:
Het procesdossier bevat een aangifte waarin [getuige] verklaart te hebben gezien dat verdachte op
10 januari 2020 twee flessen Martini uit het schap pakt en in zijn broek stopt. Ook worden er op die datum twee flessen Martini aangetroffen bij verdachte die hij niet ter betaling heeft aangeboden. Tevens is blijkens de in het procesdossier (opgenomen) beschrijving van de camerabeelden uit de [winkel] te zien dat verdachte twee flessen drank uit het schap pakt. Hoewel de camerabeelden geen blijk geven van een datum en tijdstip, is er geen begin van aannemelijkheid dat de camerabeelden zien op een andere dag dan 10 januari 2020.
Het hof vult de bewijsoverweging van de politierechter aan als volgt.
, mede nu verbalisant [verbalisant] heeft gerelateerd dat zij de camerabeelden de dag van de tenlastegelegde diefstal, 10 januari 2020, heeft uitgekeken. Daar komt bij dat het nummer dat met de pen is genoteerd op het aangifteformulier winkeldiefstal overeenkomt met het proces-verbaalnummer van het proces-verbaal van bevindingen betreffende het uitkijken van de camerabeelden, te weten 2020007278.
Het hof ziet evenmin reden te twijfelen aan de herkenning van de verdachte op de camerabeelden door verbalisant [verbalisant], nu zij de verdachte diezelfde dag heeft verhoord. De verweren strekkende tot vrijspraak worden dus in alle onderdelen verworpen.
Bewijsmiddelen
Het onder 2 in het proces-verbaal/aantekening mondeling vonnis van de politierechter opgenomen bewijsmiddel wordt aangevuld met:
Op dit aangifteformulier is in de rechter bovenhoek het nummer 2020007278 genoteerd.
Bewezenverklaring
Het hof acht, evenals de politierechter, bewezen dat de verdachte:
op 10 januari 2020 te Amsterdam meerdere flessen drank, die aan een ander toebehoorden, te weten aan winkelbedrijf [winkel] (filiaal [adres]), heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Strafmotivering
Het hof vult de strafmotivering van de politierechter aan als volgt.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De raadsman heeft in hoger beroep bepleit dat volstaan zal worden met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, gelet op het tijdsverloop, en meer subsidiair dat het vonnis in eerste aanleg zal worden bevestigd.
In hetgeen is aangevoerd ziet het hof geen aanleiding te komen tot een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van de door de politierechter bepaalde duur. Daarbij is mede gelet op de regelmaat waarmee de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor (onder meer) vermogensdelicten en de duur van de gevangenisstraffen die daarbij aan de verdachte zijn opgelegd.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. A.M. van Woensel en mr. D. Abels, in tegenwoordigheid van
mr. M.A.T. van Willigen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 oktober 2021.
Mrs. Van Woensel en Dalebout zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]