ECLI:NL:GHAMS:2021:306

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 januari 2021
Publicatiedatum
9 februari 2021
Zaaknummer
23-000679-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

Op 7 januari 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, gedateerd 5 februari 2019. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1983, die in hoger beroep is gegaan tegen het eerder genoemde vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke grieven zijn ingediend door of namens de verdachte, noch zijn er mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Dit gebrek aan actie van de zijde van de verdachte heeft geleid tot de conclusie dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een verder onderzoek van de zaak rechtvaardigt.

De advocaat-generaal heeft verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan op een openbare terechtzitting, waarbij ook griffiers aanwezig waren. De voorzitter en de oudste raadsheer waren niet in staat om het arrest mede te ondertekenen, wat gebruikelijk is in dergelijke procedures.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000679-19
datum uitspraak: 7 januari 2021
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 5 februari 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-235315-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1983,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 januari 2021.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot
niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep op grond van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.H.C. van Ginhoven, mr. P.F.E. Geerlings en mr. H.M.J. Quaedvlieg, in tegenwoordigheid van I.A. de Bruijne en mr. R.L. Vermeulen, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 januari 2021.
De voorzitter, de oudste raadsheer en mr. R.L. Vermeulen zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.