ECLI:NL:GHAMS:2021:306
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.H.C. van Ginhoven
- P.F.E. Geerlings
- H.M.J. Quaedvlieg
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
Op 7 januari 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, gedateerd 5 februari 2019. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1983, die in hoger beroep is gegaan tegen het eerder genoemde vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke grieven zijn ingediend door of namens de verdachte, noch zijn er mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Dit gebrek aan actie van de zijde van de verdachte heeft geleid tot de conclusie dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een verder onderzoek van de zaak rechtvaardigt.
De advocaat-generaal heeft verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan op een openbare terechtzitting, waarbij ook griffiers aanwezig waren. De voorzitter en de oudste raadsheer waren niet in staat om het arrest mede te ondertekenen, wat gebruikelijk is in dergelijke procedures.