ECLI:NL:GHAMS:2021:3044

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 oktober 2021
Publicatiedatum
13 oktober 2021
Zaaknummer
200.280.394/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest inzake ontvankelijkheid in hoger beroep en verval van het recht een memorie van antwoord te nemen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 oktober 2021 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van de vennootschap A.Z. Iwaniccy S.J. Meble Tapicerowane Andrzej Iwanicki tegen Karintrad Nederland B.V. Het hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 1 april 2020. De zaak betreft een handelsgeschil met internationale aspecten, aangezien Iwaniccy is gevestigd in Polen. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 28 juli 2020 een mondelinge behandeling bepaald, maar deze heeft geen doorgang gevonden. Iwaniccy heeft een memorie van grieven ingediend, maar Karintrad heeft geen memorie van antwoord ingediend, wat heeft geleid tot het verval van het recht om een memorie van antwoord te nemen op 9 februari 2021.

Het hof heeft ambtshalve onderzocht of Iwaniccy ontvankelijk is in haar hoger beroep, gezien de discrepantie in de naam van de wederpartij. De appeldagvaarding is uitgebracht aan Karintrad Nederland B.V., terwijl in de processtukken van de eerste aanleg de naam Karintrad B.V. werd gebruikt. Het hof concludeert voorlopig dat dit een verschrijving betreft en dat de juiste wederpartij Karintrad Nederland B.V. is. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich hierover uit te laten en heeft verdere beslissingen aangehouden tot de rolzitting op 9 november 2021.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.280.394/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/656504 / HA ZA 18-1116
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 12 oktober 2021
inzake
de vennootschap naar buitenlands recht
A.Z. IWANICCY S.J. MEBLE TAPICEROWANE ANDRZEJ IWANICKI,
gevestigd te Gubin (Polen),
appellante,
advocaat: mr. B. Sujecki te Utrecht,
tegen
KARINTRAD NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
geïntimeerde,
advocaat: mr. A. Orhan te ‘s-Gravenhage.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Iwaniccy en Karintrad genoemd.
Iwaniccy is bij dagvaarding van 30 juni 2020 in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 1 april 2020, onder bovenvermeld zaak- en rolnummer gewezen tussen (naar het hof – zoals hieronder wordt gemotiveerd – voorlopig aanneemt) Karintrad als eiseres in conventie, tevens verweerster in reconventie en Iwaniccy als gedaagde in conventie, tevens eiseres in reconventie.
Bij tussenarrest van dit hof van 28 juli 2020 is een mondelinge behandeling na aanbrengen bepaald. Deze zitting heeft geen doorgang gevonden. Iwaniccy heeft daarna een memorie van grieven ingediend, met een productie. Karintrad heeft geen memorie van antwoord ingediend, waarna op 9 februari 2021 verval is verleend van het recht een memorie van antwoord te nemen. Ten slotte is door Iwaniccy op 9 maart 2021 arrest gevraagd.
Iwaniccy heeft, naar het hof begrijpt, geconcludeerd dat het hof – uitvoerbaar bij voorraad – de vorderingen in reconventie van Iwaniccy alsnog zal toewijzen, met veroordeling van Karintrad in de kosten van het geding in beide instanties, met nakosten en rente.
Iwaniccy heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.

2.Bevoegdheid

2.1.
Aangezien Iwaniccy in het buitenland gevestigd is en het geschil derhalve internationale aspecten kent, moet door het hof worden onderzocht of de Nederlandse rechter bevoegd is er kennis van te nemen. Dat is het geval. Het geschil betreft een handelszaak als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (de Herschikte EEX-Verordening). Het gaat hier om de koop en verkoop van roerende zaken die in Nederland geleverd moesten worden, zodat de Nederlandse rechter bevoegd is te oordelen over de over en weer ingestelde vorderingen (artikel 7 Herschikte EEX-Verordening).

3.Ontvankelijkheid

3.1.
Voordat aan de beoordeling van de grieven van Iwaniccy kan worden toegekomen, ziet het hof aanleiding (ambtshalve) te onderzoeken of Iwaniccy ontvankelijk is in haar hoger beroep. De reden hiervoor is dat de wederpartij van Iwaniccy zich in eerste aanleg in haar processtukken aanduidde als Karintrad B.V., gevestigd te Amsterdam, en ook het bestreden vonnis op die naam is uitgesproken, maar dat de appeldagvaarding is uitgebracht aan Karintrad Nederland B.V., gevestigd te Rotterdam. De gebruikte namen (en vestigingsplaatsen) verschillen dus van elkaar. Daardoor rijst de vraag of is voldaan aan de voorwaarde voor ontvankelijkheid dat het appel is ingesteld tegen de processuele wederpartij van Iwaniccy in eerste aanleg.
3.2.
Naar het voorlopig oordeel van het hof is dit het geval en is Karintrad B.V. een verschrijving, in die zin dat daar waar Karintrad B.V. is vermeld Karintrad Nederland B.V. moest staan. Het dossier bevat hiervoor de volgende aanwijzingen:
Eiseres in eerste aanleg heeft in de inleidende dagvaarding gemeld het uittreksel uit het Handelsregister van “eiser” over te leggen en daarbij als productie 1 een KvK-uittreksel gevoegd van Karintrad Nederland B.V. en vervolgens (bij de vervanging van alle producties) wederom van Karintrad Nederland B.V. Blijkens dit KvK-uittreksel is het KvK-nummer van Karintrad Nederland B.V. [nummer] , het RSIN nummer [nummer] , is Karintrad Nederland B.V. gevestigd te Rotterdam, heeft zij als bezoekadres [adres] en is [X] haar enig aandeelhouder en bestuurder;
Bij antwoordakte van 13 maart 2019 heeft Iwaniccy erop gewezen dat het door haar wederpartij overgelegde KvK-uittreksel betrekking heeft op Karintrad Nederland B.V. terwijl door haar wederpartij in de processtukken de naam Karintrad B.V. wordt gehanteerd, waardoor niet zeker is of het hier om dezelfde rechtspersoon gaat. Daarop heeft eiseres in eerste aanleg niet gereageerd, hetgeen een aanwijzing is dat zij bij het overleggen van het KvK-uittreksel geen vergissing heeft begaan;
Eiseres in eerste aanleg heeft haar vorderingen gebaseerd op een – naar eigen zeggen – door haar met Iwaniccy gesloten overeenkomst van 13 februari 2017. Deze overeenkomst is blijkens de door Karintrad overgelegde productie 2 gesloten door
‘corporation Karintrad Nederland B.V. (Purchaser), with its main place of business in [adres] , registered in the Dutch Chamber of Commerce in Amsterdam under number: [nummer] , tax identification number: [nummer] , represented by: [X] .’ Deze gegevens stemmen overeen met de vermelding op het KvK-uittreksel;
Karintrad is in hoger beroep verschenen zonder een memorie van antwoord te nemen en dus zonder het verweer te voeren dat Iwaniccy niet-ontvankelijk dient te worden verklaard op de grond dat zij de verkeerde partij heeft gedagvaard.
3.3.
Het bovenstaande vormt voor het hof aanleiding partijen (eerst Iwaniccy en daarna Karintrad) in de gelegenheid te stellen zich bij akte over het voorgaande uit te laten.
3.4.
In afwachting daarvan wordt iedere verdere beslissing aangehouden.

4.Beslissing

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 9 november 2021 voor een akte aan de zijde van Iwaniccy met het hiervoor onder 3.3 omschreven doel;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.M. Korsten-Krijnen, A.L.M. Keirse en T. Riyazi en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2021.