ECLI:NL:GHAMS:2021:2980
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Onderbewindstelling van goederen van een meerderjarige wegens geestelijke en lichamelijke toestand
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de onderbewindstelling van de goederen van de rechthebbende, geboren in 1951, die verblijft in een instelling van Cordaan. De rechthebbende had in eerste aanleg verzocht om de beschikking van de kantonrechter van 12 oktober 2020 te vernietigen, waarin haar goederen onder bewind waren gesteld op verzoek van Cordaan, vanwege haar geestelijke en lichamelijke toestand. De rechthebbende betoogde dat zij in staat was haar vermogensrechtelijke belangen te behartigen en dat de betrokkenheid van een arts bij het verzoek niet was gewaarborgd. Het hof heeft echter geoordeeld dat de kantonrechter bevoegd was om het bewind in te stellen, en dat de rechthebbende niet in staat was om haar financiën adequaat te beheren. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het belang van de rechthebbende om beschermd te worden tegen verkwistende uitgaven en schulden werd benadrukt. De rechthebbende had een AOW-uitkering en ontving slechts € 10,- per week aan leefgeld, terwijl zij behoefte had aan meer financiële ondersteuning. Het hof concludeerde dat de gronden voor het bewind ten tijde van de bestreden beschikking aanwezig waren en dat de rechthebbende nog steeds niet in staat was om haar vermogensrechtelijke belangen te behartigen. De beslissing van het hof is in het openbaar uitgesproken.