ECLI:NL:GHAMS:2021:2955
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar de ondertoezichtstelling van minderjarige kinderen en de bekrachtiging van de eerdere beschikking
In deze zaak gaat het om de ondertoezichtstelling van vijf minderjarige kinderen, geboren uit de moeder, die in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter. De kinderen, met verschillende nationaliteiten, zijn onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam. De moeder heeft in hoger beroep aangevoerd dat de gronden voor de ondertoezichtstelling niet meer aanwezig zijn, nu zij naar België is verhuisd en daar een stabiele woonomgeving heeft gecreëerd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft echter betoogd dat de zorgen over de opvoedvaardigheden van de moeder en de wisselende verblijfplaatsen van de kinderen nog steeds aanwezig zijn. Het hof heeft de feiten en omstandigheden zorgvuldig gewogen, waaronder de zorgen over de schoolgang en de opvoedsituatie van de kinderen. Het hof concludeert dat er nog steeds sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor de kinderen en dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de situatie te monitoren en de betrokken instanties in staat te stellen onderzoek te doen. De eerdere beschikking van de kinderrechter wordt dan ook bekrachtigd.