ECLI:NL:GHAMS:2021:2879
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen vader en kinderen afhankelijk van geschikte woonruimte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een vader en zijn drie kinderen. De vader, verzoeker in principaal hoger beroep, woont momenteel in een ongeschikte woonruimte en heeft verzocht om een zorgregeling die rekening houdt met zijn woonsituatie. De moeder, verweerster in principaal hoger beroep, heeft een verzoek ingediend tot wijziging van de zorgregeling en de kinderalimentatie. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in de procedure geadviseerd.
De ouders hebben samen drie kinderen: [kind 1], geboren in 2013, [kind 2], geboren in 2015, en [kind 3], geboren in 2016. De vader heeft de kinderen erkend en beide ouders oefenen gezamenlijk het gezag uit. De rechtbank Noord-Holland had eerder een zorgregeling vastgesteld, maar de vader is in hoger beroep gegaan omdat hij vindt dat de regeling niet uitvoerbaar is gezien zijn werkrooster en woonomstandigheden.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de vader uitzicht heeft op een eengezinswoning, wat de mogelijkheid biedt om de zorg voor de kinderen te verbeteren. Het hof heeft besloten de zorgregeling aan te passen, zodat de kinderen drie dagen per week bij de vader kunnen verblijven zodra hij over geschikte woonruimte beschikt. Tot die tijd is er een tijdelijke regeling vastgesteld waarbij de vader de kinderen om de week op zaterdag en zondag ziet. De kinderalimentatie is ook opnieuw vastgesteld, waarbij de vader een bijdrage van € 255,- per maand moet betalen, met verhogingen in de toekomst.
Het hof heeft de bestreden beschikking gedeeltelijk vernietigd en de nieuwe zorgregeling en kinderalimentatie vastgesteld, waarbij de belangen van de kinderen voorop staan. De ouders zijn het erover eens dat de vader meer zorg voor de kinderen kan bieden zodra hij in een geschikte woning woont.