ECLI:NL:GHAMS:2021:2875
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke schorsing alimentatieverplichting man in verband met veel lager jaarinkomen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 augustus 2021 een tussenuitspraak gedaan over de schorsing van de alimentatieverplichting van de man. De man, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Holland, verzocht om schorsing van de alimentatieverplichting van € 3.906,52 per maand, omdat hij financieel niet in staat zou zijn om dit bedrag te betalen. Hij stelde dat zijn jaarinkomen veel lager was dan door de rechtbank was vastgesteld, en dat de alimentatieverplichting hem in een financiële noodtoestand zou brengen. De vrouw daarentegen betwistte de financiële noodtoestand van de man en stelde dat hij voldoende middelen had om de alimentatie te betalen. Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen en vastgesteld dat de man in de afgelopen jaren gemiddeld € 53.000,- per jaar had verdiend. Het hof oordeelde dat de man in staat was om een bedrag van € 1.850,- bruto per maand te betalen aan de vrouw, en schorste de werking van de eerdere beschikking voor zover deze de man verplichtte om meer dan dit bedrag te betalen. De beslissing om de werking van de beschikking te schorsen was gebaseerd op de overweging dat het belang van de man bij schorsing zwaarder woog dan het belang van de vrouw bij de uitvoering van de beschikking. De kosten van het incident werden niet aan een van de partijen opgelegd, gezien de omstandigheden van de zaak.