ECLI:NL:GHAMS:2021:2874
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling tussen ouders en minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de omgangsregeling tussen de vrouw en de man, ouders van de minderjarige [de minderjarige]. De vrouw is op 8 april 2021 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 13 januari 2021, waarin een zorgregeling was vastgesteld. De man heeft op zijn beurt verweer gevoerd en verzocht om nakoming van de zorgregeling. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in de procedure geadviseerd en is betrokken geweest bij de eerdere zorgregelingen. De minderjarige, die inmiddels dertien jaar oud is, heeft aangegeven dat hij geen vaste zorgregeling met de man wil, maar dat hij wel contact wil. Het hof heeft in zijn uitspraak de bestreden beschikking vernietigd voor zover deze een dwangsom oplegde aan de vrouw, en heeft bepaald dat de opbouw naar uitvoering van de zorgregeling zoals vastgesteld in de beschikking van 17 april 2019 zal plaatsvinden. Het hof heeft benadrukt dat de stem van de minderjarige belangrijk is en dat de ouders moeten samenwerken om de zorgregeling te faciliteren. De beslissing van het hof is op 31 augustus 2021 openbaar uitgesproken.