Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (hierna: de Verblijfsrichtlijn). Bij beschikking van 14 november 2011, uitgereikt op 18 november 2011, heeft de Minister voor Immigratie en Asiel de verdachte ongewenst verklaard.
ten tijde van het tenlastegelegdenog immer een
actuele, werkelijke en
voldoende ernstige bedreigingvoor een
fundamenteel belangvan de samenleving vormde. De feiten en omstandigheden die zijn opgesomd in de beschikking tot ongewenstverklaring van 14 november 2011 kunnen, gelet op het tijdsverloop, niet het oordeel dragen dat de verdachte op 11 november 2020 nog steeds een bedreiging in de zin van art. 27, tweede lid, van de Verblijfsrichtlijn vormde. De inhoud van het uittreksel uit de justitiële documentatie van de verdachte van 27 augustus 2021 vormt evenmin geen grond voor dit oordeel nu de daarop vermelde (onherroepelijke) veroordelingen voor overtredingen en (vermogens)delicten hiervoor onvoldoende zwaarwegend zijn. Het dossier bevat verder geen andere informatie over de persoon en het gedrag van de verdachte waaruit kan volgen dat hij op 11 november 2020 een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving vormde.