In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is beschuldigd van het medeplegen van het in strijd met artikel 139 lid 1 van het Douanewetboek van de Unie niet bij de inspecteur aanbrengen van 61.000 sigaretten, met het oogmerk om invoerrechten te ontduiken. De feiten vonden plaats op 5 januari 2018 te Schiphol, waar de verdachte samen met een medeverdachte de sigaretten niet heeft aangegeven bij de douane. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte samen vanuit Kiev naar Nederland reisden en de sigaretten in hun koffers hadden, die niet voorzien waren van accijnszegels. Tijdens de douanecontrole heeft de verdachte ontkend bagage te hebben, wat leidde tot de conclusie dat hij de goederen niet bij de inspecteur heeft aangebracht. Het hof oordeelde dat er sprake was van medeplegen, omdat de verdachte en de medeverdachte gezamenlijk handelden en de douaneprocedure niet volgden. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, met inachtneming van de overschrijding van de redelijke termijn, maar zonder verdere gevolgen voor de straf.