ECLI:NL:GHAMS:2021:2857
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in jeugdzaak wegens onvoldoende bewijs van diefstal
In deze jeugdzaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die op 9 april 2019 in Amsterdam, samen met anderen, beschuldigd werd van diefstal van een tas, sleutels en een telefoon van de aangeefster. De aangeefster verklaarde dat haar spullen door een groep jongens, waaronder de verdachte, waren afgepakt en overgegooid. Het hof heeft de verklaringen van de aangeefster en getuige in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening door de verdachte. Het hof oordeelde dat de wegneming van de spullen onder de gegeven omstandigheden als een tijdelijke situatie kan worden beschouwd, en dat de verdachte niet kan worden veroordeeld voor de tenlastegelegde diefstal. Het vonnis van de kinderrechter werd vernietigd en de verdachte werd vrijgesproken van de beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, met de voorzitter en de jongste raadsheer die buiten staat waren om het arrest mede te ondertekenen.