Uitspraak
mr. A.T. Eisenmann, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. D.J.J. Folgering, kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch,
[A],
[B],
mr. D.J.J. Folgering, kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch.
1.Het verloop van het geding
- verzoekster als Median;
- verweerster sub 1 als GCRI;
- verweerster sub 2 als WJP Investments;
- verweerster sub 3 als Brecon;
- verweerster sub 4 als Atrined;
- verweersters gezamenlijk als GCRI c.s.;
- belanghebbende sub 5 als WJP Consulting;
- belanghebbende sub 6 als [F] Management;
- belanghebbende sub 7 als Avioport;
- belanghebbende sub 8 als [A] ;
- belanghebbende sub 9 als [B] ;
- mr. T.L.M. de Bie als de notaris.
2.De feiten
clean-roomsten behoeve van de productie van computer chips. WJP Consulting en [F] Management zijn bestuurders van Brecon en ieder zelfstandig bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen.
letter of intenttoegestuurd voor de verkoop door WJG aan Median van 50% van de door WJG gehouden aandelen in GCRI tegen een koopprijs van € 155.000. Aan de
letter of intentis als bijlage gehecht een pro forma balans per 31 december 2015 van GCRI waarop langlopende leningen staan vermeld van WJP Investments (Rabobank) ad € 1.056.247 en
inter companyleningen ad € 389.325.
3.De gronden van de beslissing
letter of intenteen pro forma balans per 31 december 2015 van GCRI was gehecht waarop de leningen van WJP Investments waren vermeld. Tot slot geldt dat in de nadien aan Median verstrekte conceptjaarcijfers 2016 en 2017 telkens het ten behoeve van WJP Investments verstrekte tweede pandrecht was vermeld, en dat Median daartegen nooit bezwaar heeft gemaakt. Onder deze omstandigheden levert de enkele stelling van Median dat de leningsovereenkomst van 14 mei 2015 vals zou zijn of geantedateerd en dat [A] deze overeenkomst niet had mogen sluiten onvoldoende grond op om te twijfelen aan een juist beleid of een juiste gang van zaken van GCRI.