Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- de wettelijke rente over € 4.516,50 vanaf 22 juni 2018 tot 7 juli 2020;
- de wettelijke rente over € 4.374,89 vanaf 7 juli 2020,
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 1komt betoogt [appellant] dat hij, voor het geval Stedin in hoger beroep haar beroep op de algemene voorwaarden handhaaft, zijn verweer uit de eerste aanleg handhaaft. Deze grief mist zelfstandig belang, nu dit verweer op grond van de devolutieve werking van het appel door het hof bij de beoordeling zal worden betrokken indien en voor zover dit relevant is.
grief 3komt [appellant] op tegen de schadeberekening die ten grondslag ligt aan factuur I. Het hof stelt voorop dat Stedin bij memorie van antwoord haar vordering heeft verminderd met een bedrag van € 476,88 wegens twee rekenfouten: enerzijds vanwege het feit dat ook de voorschotten die [appellant] in het jaar 2015 heeft betaald (betreffende het door hem opgegeven verbruik over het jaar 2014) in de berekening betrokken dienen te worden en anderzijds vanwege een telfout die Stedin heeft gemaakt in de berekening van het verbruik over de periode tussen 2 februari 2017 en 12 december 2017 (dat verbruik was 4.933 m3 en geen 5.933). Daarnaast heeft [appellant] € 141,61 betaald, zodat Stedin haar eis ook met dit bedrag vermindert.
grief 4komt [appellant] op tegen het arbeidsloon dat bij factuur II in rekening is gebracht ten aanzien van de illegale gasaansluiting die op 17 mei 2018 is aangetroffen vanaf de straat naar de woning. [appellant] heeft niet gegriefd tegen de overwegingen van de kantonrechter zoals weergegeven onder 5.1 tot en met 5.3 van het bestreden vonnis, samengevat inhoudende dat [appellant] geldt als contractant van Stedin, en een zorgplicht heeft ten aanzien van de gasmeter. Deze zorgplicht strekt zich ook uit tot de leidingen die de aanvoer van gas naar de woning regelen, voor zover deze zich op/in de grond bevonden die aan [appellant] toebehoorde. Uit de overgelegde foto’s blijkt dat de leidingen zowel binnen als buiten onder de grond van het perceel liepen dat aan [appellant] toebehoorde. Daarmee staat vast dat de gasmeter en de betreffende illegale leidingen tot de datum van eigendomsoverdracht op 14 mei 2018, tot de risicosfeer van [appellant] behoorden. [appellant] heeft onvoldoende gesteld en/of aannemelijk gemaakt dat de nieuwe eigenaren in de dagen tussen 14 en 17 mei 2018, de betreffende leidingen hebben aangelegd. Ook de hoogte van de factuur is door Stedin voldoende onderbouwd en toegelicht. De grief faalt.