Uitspraak
1.[klager sub 1] ,
[klager sub 2] ,
1.Het geding in hoger beroep
2.De zaak in het kort
3.Feiten
“STUITINGSBRIEF”en als onderwerp wordt onder andere genoemd:
“stuiting verjaringclaims & diverse andere zaken”. In de brief staat onder andere het volgende vermeld:
voor ons (mijn broer (…) en mij) nog niet is afgerond.
moet afwikkelen; in werkelijkheid heeft U uitsluitend nog met mijn broer (…) en mij te maken daar mijn andere broer (…) zich tegen finale kwijting eerder al uit de boedel van de nalatenschappen[van erflater en erflaatster]
heeft laten uitkopen. Dit hebben wij U eerder al laten weten.
Tot op heden beschikken wij nog steeds niet over de urenspecificatie zoals door de wetgever is bepaald.
ontvangen.
gehonoreerd, terwijl hiervoor geen enkele reden bestond.Verjaring blijft verjaring; zo is de wet.
en voor[klager sub 2]
bestemde bedragen bevinden zich nog op de boedelrekening aangezien er tot nu toe geen bankrekeningnummers zijn doorgegeven waarnaar de betreffende bedragen kunnen worden overgemaakt. Ik verzoek u nogmaals mij de betreffende bankrekeningnummers door te geven, zodat tot uitkering kan worden overgegaan. Voor het overige heb ik mijn dossier in 2012 gesloten en zie ik geen reden meer om nog inhoudelijk op uw vragen en/of opmerkingen in te gaan. U kent mijn standpunt met betrekking tot de door u genoemde onderwerpen. Uw brief bevat geen nieuwe argumenten, zodat ik geen reden zie mijn eerder aan u kenbaar gemaakte standpunten te herzien. Mocht u zich hiermee niet kunnen verenigen, dan wacht ik uw eventuele verdere stappen af.
met pensioen ga en ik mijn opvolgster niet met een nasleep wens te belasten, dient aan het depot een einde te komen.
a.s. geen eenduidig gezamenlijk akkoord hebben verkregen, dan ben ik voornemens het bedrag van het depot in de zogenaamde consignatiekas te storten.”