ECLI:NL:GHAMS:2021:2786
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.C.C. Lewin
- A.P. Wessels
- L. Alwin
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een bestuurder en afrekening van management fees in het kader van artiestenmanagement
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Innercore Music tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. Innercore, een bedrijf dat het management van artiesten en bands verzorgt, heeft Men-O C.V. als bestuurder ontslagen. De zaak draait om de afrekening van management fees en de ingangsdatum van een verlaging van deze fees. De kantonrechter had de vordering van Innercore afgewezen, omdat Men-O een vordering van gelijke hoogte had op Innercore, waardoor er geen schade zou zijn geleden. Innercore heeft in hoger beroep drie grieven ingediend.
De feiten zijn als volgt: Men-O was bevoegd om betalingen te verrichten namens Innercore en factureerde een management fee van € 3.500,- per maand. In januari 2019 heeft [X], een aandeelhouder van Innercore, aan [Y], de bestuurder van Men-O, voorgesteld om de management fee te verlagen. In maart 2019 heeft Men-O een factuur van € 2.000,- voor werkzaamheden in februari 2019 gestuurd, wat door Innercore als een aanvaarding van de verlaging werd gezien. Men-O heeft echter later betwist dat deze verlaging ook voor februari gold.
Het hof oordeelt dat de verlaging van de management fee voor februari 2019 bindend is, omdat Innercore dit redelijkerwijs mocht begrijpen. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vordering van Innercore gedeeltelijk toe, waarbij Men-O wordt veroordeeld tot betaling van € 1.829,69 aan Innercore, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.