ECLI:NL:GHAMS:2021:2769
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep na aanrijding met scooter
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De politierechter had de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit, waarop het openbaar ministerie hoger beroep heeft ingesteld. De zaak betreft een aanrijding waarbij de verdachte met zijn scooter een hek raakte, dat vervolgens tegen het been of lichaam van de aangeefster kwam. Tijdens de zitting in hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat, hoewel de aanrijding heeft plaatsgevonden, er onvoldoende bewijs is dat de verdachte opzettelijk of zelfs in voorwaardelijke zin de aangeefster pijn of letsel wilde toebrengen. Het hof heeft de bewijsoverweging van de politierechter bevestigd, maar de formulering ervan vervangen door een eigen overweging. Uiteindelijk heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de overwegingen die in het arrest zijn uiteengezet. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de rechters M.F.J.M. de Werd, A.M. van Woensel en M.L.M. van der Voet aanwezig waren. Het arrest is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.