ECLI:NL:GHAMS:2021:2715
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de ondertoezichtstelling van minderjarige kinderen in het kader van gezinsproblematiek en ontwikkelingsbedreiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had de beschikking van de kinderrechter van 17 februari 2021 aangevochten, waarin de kinderen onder toezicht waren gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. De moeder betoogde dat er geen sprake meer was van een ontwikkelingsbedreiging en dat zij in staat was om de zorg voor de kinderen zelf te dragen. De Raad voor de Kinderbescherming en de GI stelden echter dat er nog steeds zorgen waren over de ontwikkeling van de kinderen en de thuissituatie, en dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk was om de voortgang te monitoren.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 juli 2021, waar de moeder en de vader niet verschenen, werd de situatie van de kinderen besproken. De kinderen hadden zich positief ontwikkeld sinds de ondertoezichtstelling, maar er waren nog steeds zorgen over de openheid van de moeder en de invloed van de vader. Het hof overwoog dat, ondanks de positieve ontwikkelingen, de ondertoezichtstelling noodzakelijk bleef vanwege de ernst van de eerdere zorgen en de aanstaande gezinsuitbreiding door de zwangerschap van de moeder. Het hof concludeerde dat de rechtbank de kinderen terecht onder toezicht had gesteld en bekrachtigde de bestreden beschikking.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van hulpverlening in situaties waar de ontwikkeling van minderjarigen in gevaar is, en de rol van de rechter in het waarborgen van de veiligheid en ontwikkeling van kinderen in complexe gezinsomstandigheden.