afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001335-19
datum uitspraak: 7 september 2021
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 28 maart 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-654187-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
adres: [adres] .
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte en het openbaar ministerie hebben hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Omvang van het hoger beroep
De verdachte is bij het vonnis waarvan beroep vrijgesproken van het eerste onder 1 cumulatief tenlastegelegde, alsmede van het onder 2 primair en het onder 4, 5 en 6 primair tenlastegelegde.
Het openbaar ministerie heeft op 3 april 2019 onbeperkt hoger beroep ingesteld. Bij akte van 11 februari 2020 heeft het openbaar ministerie het hoger beroep ingetrokken ten aanzien van de feiten 4 en 5.
Het namens de verdachte ingestelde hoger beroep is blijkens de daarvan opgemaakte akte niet gericht tegen de door de rechtbank gegeven vrijspraken.
Mede in aanmerking genomen dat de feiten 2 en 6 beide primair/subsidiaire tenlasteleggingen betreffen, betekent het voorgaande dat in hoger beroep de feiten 1, 2, 3 en 6 (geheel) aan het oordeel van het hof zijn onderworpen en dat de feiten 4 en 5 thans niet meer aan de orde zijn.
Mede gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging – het hof neemt de gelijkluidende wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting van de rechtbank van 14 maart 2019 niet in aanmerking omdat deze is strijd met artikel 313 (juncto artikel 312) van het Wetboek van Strafvordering mondeling in plaats van schriftelijk is gevorderd –, voor zover in hoger beroep nog aan de orde, aan de verdachte tenlastegelegd dat:
1
.hij op of omstreeks 8 december 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk [benadeelde 1] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet naar voornoemde [benadeelde 1] is toegegaan waarna hij, verdachte en/of zijn mededader(s) - eenmaal of meermalen met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, stekende bewegingen in de richting van de borst/romp, in elk geval in de richting van het lichaam van voornoemde [benadeelde 1] heeft/hebben gemaakt en/of - voornoemde (op de grond liggende) [benadeelde 1] met kracht op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt en/of geschopt;
hij op of omstreeks 8 december 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, op de openbare weg, Lijnbaansgracht/Spiegelgracht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een horloge en/of overige goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [benadeelde 1] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer ander(en), te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, met zijn mededader, opzettelijk dreigend naar voornoemde [benadeelde 1] is toegegaan waarna hij, verdachte en/of zijn mededader(s):
- tegen voornoemde [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd: "ik pak je klok" en/of "jullie moeten bang voor mij zijn" en/of "ik ben gevaarlijk", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- voornoemde [benadeelde 1] tegen de grond heeft/hebben gewerkt en/of (vervolgens)
- voornoemde [benadeelde 1] op/tegen het lichaam heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of geslagen en/of gestompt en/of - met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, een of meer stekende bewegingen in de richting van voornoemde [benadeelde 1] heeft/hebben gemaakt (waarbij voornoemde [benadeelde 1] een snee in zijn vinger heeft opgelopen) en/of
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, een of meer stekende bewegingen in de richting van de borst/romp van voornoemde [benadeelde 1] heeft/hebben gemaakt en/of
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, een of meer stekende bewegingen in de richting van voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben gemaakt en/of
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, een of meer stekende bewegingen in de richting van voornoemde [slachtoffer 2] heeft/hebben gemaakt (waarbij voornoemde [slachtoffer 2] een snee in haar arm heeft opgelopen) en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op korte afstand van de keel van voornoemde [slachtoffer 3] heeft/hebben gehouden en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de richting van voornoemde [slachtoffer 4] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of voorgehouden en/of getoond;
2. primair
hij op of omstreeks 8 december 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet naar voornoemde [slachtoffer 2] is toegegaan en/of (vervolgens) (op korte afstand) met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, een of meer stekende bewegingen in de richting van het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] heeft/hebben gemaakt en/of (vervolgens) in de arm, in elk geval in het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] heeft/hebben gestoken en/of gesneden;
2. subsidiair
hij op of omstreeks 8 december 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend [slachtoffer 2] met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp, in haar arm, in elk geval in haar lichaam heeft/hebben gestoken en/of gesneden;
3
.hij op of omstreeks 8 december 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer ander(en) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, door met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, een of meer stekende bewegingen in de richting van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 2] te maken, althans met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de richting van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 2] te wijzen;
6. primair
hij op of omstreeks 29 januari 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in verenging met anderen of een ander, althans alleen aan [slachtoffer 5] , althans aan een of meer perso(o)n(en), die in het proces-verbaal PL1300-2017021353 nader worden aangeduid met NN4 en/of NN5 opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen naar voornoemde [slachtoffer 5] en/of een of meer perso(o)n(en), die in het proces-verbaal PL1300-2017021353 nader worden aangeduid met NN4 en/of NN5 is toegegaan waarna hij, verdachte en/of zijn mededader(s):
- eenmaal of meermalen (met kracht) tegen/in de richting van het hoofd/gezicht, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde NN5 heeft/hebben geslagen en/of gestompt (waardoor voornoemde NN5 ten val is gekomen) en/of (vervolgens) eenmaal of meermalen (met kracht) (met geschoeide voeten) tegen/in de richting van het gezicht/hoofd van voornoemde NN5 heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of (vervolgens)
- eenmaal of meermalen (met kracht) tegen/in de richting van het gezicht/hoofd, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde NN4 heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of gestompt en/of geslagen (waarbij voornoemde NN4 ten tijde van die een of meer trappen en/of schoppen op de grond lag) en/of (vervolgens)
- (met kracht) een knietje tegen/in de richting van het hoofd van voornoemde NN4 heeft/hebben gegeven en/of (vervolgens) - met een mes, in elk geval met een soortgelijk voorwerp, een of meer stekende en/of zwaaiende bewegingen heeft/hebben gemaakt in de richting van voornoemde NN4;
6. subsidiair
hij op of omstreeks 29 januari 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Warmoesstraat (ter hoogte van de Wijde Kerksteeg), in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 5] , althans aan een of meer perso(o)n(en), die in het proces-verbaal PL1300-2017021353 nader worden aangeduid met NN4 en/of NN5, welk geweld onder meer bestond uit:
- eenmaal of meermalen (met kracht) tegen/in de richting van het hoofd/gezicht, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde NN5 heeft/hebben geslagen en/of gestompt (waardoor voornoemde NN5 ten val is gekomen) en/of (vervolgens) eenmaal of meermalen (met kracht) (met geschoeide voeten) tegen/in de richting van het gezicht/hoofd van voornoemde NN5 heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of (vervolgens)
- eenmaal of meermalen (met kracht) tegen/in de richting van het gezicht/hoofd, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde NN4 hebben/heeft geschopt en/of getrapt en/of gestompt en/of geslagen (waarbij voornoemde NN4 ten tijde van die een of meer trappen en/of schoppen op de grond lag) en/of (vervolgens)
- (met kracht) een knietje tegen/in de richting van het hoofd van voornoemde NN4 heeft/hebben gegeven en/of (vervolgens) - met een mes, in elk geval met een soortgelijk voorwerp een of meer stekende en/of zwaaiende bewegingen heeft/hebben gemaakt in de richting van voornoemde NN4.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen zal worden vernietigd, omdat het hof tot een enigszins andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Partiële vrijspraak feit 1, feit 2 primair en feit 6 primair
Vrijspraak poging doodslag / zware mishandeling [benadeelde 1] (feit 1)
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de aan de verdachte onder 1 tenlastegelegde poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte van feit 1 geheel wordt vrijgesproken, omdat niet bewezen kan worden dat de verdachte (voorwaardelijk) opzet had op de dood van [benadeelde 1] dan wel op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. In dat verband heeft de raadsman onder andere aangevoerd dat onduidelijk is of met een mes is gestoken in de richting van [benadeelde 1] of in de buurt van vitale organen van zijn lichaam.
Het hof overweegt als volgt.
Als vaststaand kan worden aangenomen dat de verdachte met een mes stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van [benadeelde 1] en dat [benadeelde 1] als gevolg daarvan een verwonding aan zijn vinger heeft opgelopen. Maar uit de bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat de verdachte toen op zodanig korte afstand van [benadeelde 1] stond, dat hij de aanmerkelijk kans op de dood of zwaar lichamelijk letsel van [benadeelde 1] door bijvoorbeeld het raken van vitale lichaamsdelen – zo die aanmerkelijke kans al aanwezig was – heeft aanvaard. Dit volgt evenmin uit de beschadiging van het shirt van [benadeelde 1] , welke beschadiging niet zonder meer is te herleiden tot een messteek. Dit brengt mee dat het voor poging tot doodslag of tot zware mishandeling vereiste (voorwaardelijk) opzet niet kan worden bewezen, zodat de verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken.
Vrijspraak poging zware mishandeling [slachtoffer 2] (feit 2)
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 2 primair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling van [slachtoffer 2] door de ongecontroleerde steekbewegingen van de verdachte in de richting van omstanders – onder wie [slachtoffer 2] – wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
De raadsman heeft vrijspraak van dit feit bepleit op de grond dat de verdachte naar eigen zeggen het mes alleen heeft getoond om de omstanders op afstand te houden en getuigen niet hebben verklaard over stekende bewegingen die de verdachte met het mes zou hebben gemaakt, terwijl [slachtoffer 2] niet heeft gezien wie van de verdachten haar heeft gestoken.
Naar het oordeel van het hof heeft de verdachte, door zijn mes op dreigende wijze in de richting van omstanders (onder wie [slachtoffer 2] ) te bewegen, rekening moeten houden met de reële mogelijkheid dat [slachtoffer 2] zich daartegen zouden (proberen te) verweren en daarbij gewond zou raken. Echter kan niet als vaststaand worden aangenomen dat de verdachte de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [slachtoffer 2] hierbij zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Dit brengt mee dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de primair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling.
Vrijspraak poging zware mishandeling (feit 6 primair)
Met de advocaat-generaal en de raadsman is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen de verdachte onder 6 primair is tenlastegelegd, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken.
Bewijsoverweging t.a.v. het medeplegen van feit 1, 2 en 3
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt het hof af dat de verdachte en zijn mededader samen ten aanzien van de verschillende slachtoffers diverse geweldshandelingen hebben gepleegd en gedreigd hebben met geweld en dat zij met elkaar hebben gesproken over het afpakken van het horloge van [benadeelde 1] .
Op grond hiervan is het hof van oordeel dat sprake is geweest van zodanig nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn mededader dat het tenlastegelegde medeplegen / plegen in vereniging kan worden bewezen. Het terzake gevoerde verweer wordt dan ook verworpen.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 subsidiair, 3 en 6 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: