In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, zoals vastgelegd in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. De bedreiging vond plaats op 29 november 2017 te Amsterdam, waarbij de verdachte tegen een beveiliger van een winkel heeft gezegd dat hij de medewerker die hij eerder sprak zou slaan tot deze niet meer ademt. De politierechter had eerder op 18 januari 2018 een vonnis gewezen in deze zaak, waartegen de verdachte in hoger beroep ging.
Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 15 uren en 7 dagen hechtenis. De opgelegde taakstraf zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de rechter anders beslist, mocht de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maken aan een strafbaar feit. Tevens is bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de taakstraf, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per dag in voorarrest.
De uitspraak werd gedaan door mr. P.C. Kortenhorst, in bijzijn van mr. E.J. de Vries en mr. R.L. Vermeulen, griffiers. Zowel de verdachte als de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen.