Uitspraak
TEGENSPRAAK (Gemachtigd raadsman)
naam:[verdachte]
BESLISSING
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 416,93 (vierhonderdzestien euro en drieënnegentig cent) ter zake van materiële schade.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 1 november 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1964, was beschuldigd van meermalen gepleegde zaaksbeschadiging, zoals het met een winkelwagentje op auto's inrammen, en eenvoudige belediging van een ambtenaar door een verbalisant in het gezicht te spugen. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd voor wat betreft de beslissing over de vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel, en heeft in zoverre opnieuw recht gedaan. De vordering van de benadeelde partij, ter zake van materiële schade, is toegewezen tot een bedrag van € 416,93. Het hof heeft de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in de vordering, wat betekent dat deze alleen bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend. De verdachte is veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de benadeelde partij en er is een gijzeling opgelegd van maximaal 8 dagen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep voor het overige bevestigd.