4.1.De vordering van appellanten strekt ertoe:
I. Ieder van geïntimeerden hoofdelijk te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van de uitspraak prominent op de homepagina van de website van geïntimeerde sub 2 gedurende een maand de volgende rectificatie te plaatsen (waarbij ter zitting in eerste aanleg punt 5 is ingetrokken en ter zitting in hoger beroep de woorden ‘één jaar’ in de eerste volzin zijn verbeterd in ‘één maand’):
RECTIFICATIES RECTIFICATIES RECTIFICATIES
De rechter in kort geding heeft ons veroordeeld om gedurende één maand het volgende bericht bij wege van rectificatie op onze website te plaatsen, welke rectificatie verband houdt met het rapport dat wij op 14 september 2013 hebben uitgebracht onder de titel Arkelhof Investments, Analyse inbreng en executie door partijen op basis van participatieovereenkomst (Final), hierna te noemen: het rapport.
1. Geïntimeerde sub 2 had een financieel belang bij de stichting nadat Kroymans Corporation op enig moment failliet gegaan was. Geïntimeerde sub 2 heeft namelijk daarna, in de persoon van geïntimeerde sub 1, op alle dossiers geadviseerd en probeerde die de goede kant op te managen. Geïntimeerde sub 2 heeft voor die werkzaamheden een resultaatgerichte beloning met de stichting afgesproken. Geïntimeerde sub 1 vond verder de deal, waarmee appellante sub 1 100% van de aandelen van Citechma B.V. verkreeg voor € 6,8 miljoen, absurd. Daarmee gaf geïntimeerde sub 1 er blijk van dat hij niet onbevangen uitvoering gegeven heeft aan de opdracht tot het vervaardigen van het rapport.
2. In het rapport is door geïntimeerde sub 1 ten behoeve van een procedure van de stichting tegen appellanten een analyse gemaakt van de inbreng door partijen in een topholding met de naam Arkelhof Investments B.V. (hierna te noemen: Arkelhof Investments). Geïntimeerde sub 2 heeft voor die analyse aan haar opdrachtgever geen declaratie gestuurd, en geïntimeerde sub 2 heeft daarmee de schijn gewekt dat zij een financieel belang heeft bij de uitkomst van die procedure, waarvan de inzet is betaling door appellanten van een schadevergoeding van € 21,5 miljoen aan de stichting.
3. Geïntimeerde sub 2 heeft ten onrechte niet onderzocht welke juridische entiteit bedoeld is met ‘Shopex’ in het document van 23 augustus 2010, dat het uitgangspunt was voor de werkzaamheden van het rapport.
4. Geïntimeerde sub 2 heeft voor de analyse die geleid heeft tot het rapport ten onrechte de Financial statements 2011 van New Store Europe B.V. (formerly Shopex B.V.) van 31 januari 2013 geraadpleegd, omdat de financiële cijfers van Shopex B.V. voor het jaar 2010 in die jaarstukken niet vergelijkbaar zijn met de financiële cijfers van Shopex B.V. in 2010 als groepsmaatschappij van Shopex Group B.V.
5. (…)
6. Geïntimeerde sub 2 heeft de gedeponeerde jaarrekening 2009 van Shopex Group B.V. geraadpleegd, maar heeft ten onrechte beweerd dat er door de accountant bij die jaarrekening op 25 augustus 2010 een controleverklaring met continuïteitsparagraaf is afgegeven.
7. Geïntimeerde sub 2 heeft ten onrechte niet de jaarstukken 2010 van Shopex Group B.V. geraadpleegd.
8. Geïntimeerde sub 1 heeft als getuige op 13 maart 2018 onder ede ten onrechte verklaard dat (i) er in 2010 op € 18 miljoen omzet € 6 miljoen verlies geleden is bij Shopex B.V. en (ii) dat de accountant van KPMG op 5 augustus 2010 gezegd heeft dat er gerede twijfel bestond omtrent de continuïteit van Shopex B.V.
9. Geïntimeerde sub 1 heeft als getuige op 13 maart 2018 onder ede ten onrechte verklaard dat EY al de getallen uit de gedeponeerde jaarrekeningen heeft geverifieerd.
10. Geïntimeerde sub 2 heeft bij het onderzoek dat tot het rapport geleid heeft ten onrechte niet het beginsel van hoor en wederhoor als onderzoeksmethode toegepast.
11. Geïntimeerde sub 2 heeft ten onrechte niet een concept van het rapport voor wederhoor voorgelegd aan appelanten, over wie beide in het rapport vernietigende oordelen worden uitgesproken.
12. In het rapport is ten onrechte geconcludeerd dat New Store Europe B.V. in 2011 terecht € 14,5 miljoen heeft afgeschreven op haar vordering op de moeder.
13. In het rapport is ten onrechte geconcludeerd dat appellant sub 2 op basis van de participatieovereenkomst de afgesproken € 20 miljoen als kapitaal in Arkelhof Investments zou inbrengen.
14. In het rapport is ten onrechte beweerd dat appellant sub 2 in 2011 een bedrag van € 9,5 miljoen dividend aan Dutch Power Company (voorheen: Citechma) onttrokken heeft en in 2012 nog een keer een bedrag van € 4,5 miljoen aan agio.
15. In het rapport is ten onrechte beweerd dat uit een vergelijking van de post agio op de pro forma inbrengbalans en de post agio in de jaarrekening 2011 van Arkelhof Investments volgt dat per saldo in 2011 € 18,9 miljoen aan Arkelhof Investments is onttrokken.
16. Bij de aantijging dat er door appellanten op grote schaal onttrekkingen zijn gedaan aan Arkelhof Investments heeft geïntimeerde sub 1 het verschil tussen kasstromen binnen de groep en kasstromen die de groep verlaten, ten onrechte genegeerd.
II. een en ander op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van
€ 100.000 per dag;
III. met veroordeling van geïntimeerden in de kosten van het geding, waaronder de buitengerechtelijke kosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
IV. te bepalen dat de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad zal zijn.