ECLI:NL:GHAMS:2021:2567
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en beperking omgangsregeling tussen ouders van minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de gezags- en omgangsregeling van twee minderjarigen, [kind 1] en [kind 2], geboren uit de relatie van de man en de vrouw. De vrouw had in hoger beroep de beëindiging van het gezamenlijk gezag en de wijziging van de omgangsregeling aangevochten. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikkingen van de rechtbank, waarin het gezag van de vrouw over de kinderen was beëindigd en de omgang met de kinderen was beperkt tot begeleide omgang. De rechtbank had geoordeeld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord was en dat de kinderen klem en verloren raakten tussen de ouders. De vrouw had herhaaldelijk negatieve informatie over de man aan de kinderen doorgegeven, wat leidde tot een loyaliteitsconflict. Het hof oordeelde dat de vrouw niet in staat was om op een verantwoorde manier omgang met de kinderen te hebben zonder negatieve beïnvloeding. De GI (Gecertificeerde Instelling) had ook geadviseerd dat de omgangsregeling moest worden beperkt. Het hof concludeerde dat de bestreden beschikkingen in het belang van de kinderen waren en dat er geen noodzaak was voor aanvullend onderzoek door de raad, gezien de reeds beschikbare rapporten en de langdurige hulpverlening.