Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
partijen, het gekochte en de koopprijs zijn vastgelegd en waarin een verwijzing is opgenomen naar de nadere afspraken die reeds in concept zijn opgesteld en nog door u goedgekeurd c.q. aangevuld moeten/kunnen worden, alvorens deze afspraken definitief zijn”. Klager heeft op 11 oktober 2019 en koper op 15 oktober 2019 deze verkorte koopovereenkomst ondertekend. De verkorte koopovereenkomst is op 16 oktober 2019 ingeschreven in de openbare registers als bedoeld in artikel 3:16 van het Burgerlijk Wetboek (
Vormerkung).
(...) Zoals u bekend is de vastgoedportefeuille eerder verkocht aan[de vorige eigenaar]
, maar niet geleverd. Er is ook een zogenaamde sleutelovereenkomst getekend, waarvan[de vorige eigenaar]
stelt dat daarmee de economische eigendom is overgedragen. Wij hebben daar ten minste tweemaal uitgebreid telefonisch overleg over gehad. U heeft daarop onlangs een overeenkomst rechtstreeks aan[klager]
toegestuurd, die hij buiten mij om uiteindelijk heeft getekend. Toen u die overeenkomst aan[klager]
toezond wist u van de eerdere verkoop aan[de vorige eigenaar]
en de zogenaamde economische eigendomsoverdracht. Ik zal u de koopovereenkomst met[de vorige eigenaar]
en de sleutelovereenkomst toezenden.”
(...) Bij alle hiervoor door mij verrichte werkzaamheden was mij niet medegedeeld dan wel was mij niet bekend dat er sprake was of kon zijn van een eerdere economische levering. Ik heb zelfs eerdere (door)leveringen die door[klager]
hebben plaatsgevonden, gecontroleerd om te vernemen wat nog eigendom was van[klager]
. Bij de geraadpleegde akten waarbij panden zijn doorverkocht is niet gesproken over een economische levering aan een derde.
daarop hebben gewezen. Ook zou ik hem bij het begin hebben laten weten dat hij wel kan verkopen maar niet de economische eigendom kan leveren en dat de verkoop aan[koper]
waarschijnlijk wanprestatie ten opzichte van de economisch eigenaar op zou leveren. Vervolgens zou ik hem hebben geadviseerd om een advocaat in te schakelen en ik zou mijn diensten hebben moeten weigeren (richting[koper]
en[klager]
). Het advies om een advocaat in te schakelen is overigens later wel verstrekt (zowel aan[klager]
als aan[koper]
). De gesprekken die ik met u heb gehad vonden plaats nadat de koopovereenkomst tussen[koper]
en[klager]
(mondeling) was aangegaan en ook nadat de “korte” koopovereenkomst was getekend en was ingeschreven bij het kadaster. (...)”
(…) U was bekend met de koopovereenkomst uit 2017 en de sleutelovereenkomst uit 2017 van[klager]
met[de vorige eigenaar]
, tóch heeft u de betreffende overeenkomst opgesteld. Heeft u[klager]
hierover vooraf tijdig schriftelijk geadviseerd en geïnformeerd? Ik zou graag deze schriftelijke adviezen en informatie omgaand per mail van u verkrijgen.”