Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Geen / Weinig” aangekruist. Op de vraag met welk doel Phidias de instrumenten wil gebruiken, is aangekruist “
Gedeeltelijk afdekken van rente- en valutarisico’s”. Verder is bij risicoacceptatie “
Laag” aangekruist en bij risicoprofiel “
Defensief”.
[functionaris Rabobank]” staat voor [functionaris Rabobank] en “
[persoon 2]” voor [persoon 2] :
dat allemaal wat verder zal oplopen
4.Het geschil
5.Beoordeling
Dan komt jouw bankopslag dus voor Phidias komt daar nog overheen”. [persoon 2] erkende dat en antwoordde: “
Ja dat komt erbij”. Daarna bevestigde [functionaris Rabobank] nog een keer: “4
,675% is hij gedaan, jullie rente 4,675% plus bankopslag” (zie 3.12). Daarbij heeft Phidias in het licht van de verstrekte documentatie onvoldoende toegelicht dat zij, als professionele en deskundige partij, niet heeft begrepen dat de debetrenteopslag kon worden verhoogd indien, zoals in dit geval, tijdens de looptijd van de Renteswap de onderliggende lening werd verlengd en dat de Renteswap dus geen bescherming bood tegen het in rekening brengen van een hogere debetrenteopslag. Aan dit oordeel doet niet af dat Phidias door Rabobank en FGH in 2008 is verplicht een rentederivaat aan te gaan waarbij de rentelasten niet hoger mochten worden dan 6,50% (inclusief opslag). Rabobank heeft onvoldoende weersproken gesteld dat die verplichting alleen zag op de looptijd van de lening bij FGH (dus tot 1 september 2013) en géén betrekking had op de verlengingen van de leningen die nadien zouden plaatsvinden. Phidias kon daar dus geen gerechtvaardigd vertrouwen aan ontlenen dat door het afsluiten van een renteswap met een langere looptijd dan de onderliggende lening de rentelasten gedurende de gehele looptijd niet hoger zouden worden dan 6,50% (inclusief opslag). De opslagverhogingen die met de (latere) kredietverlengingen gepaard gingen, zijn onbetwist door Phidias geaccepteerd. Verder geldt dat Phidias zelf heeft gekozen voor een langere looptijd van het rentederivaat dan Rabobank van haar verlangde. De stelling van Phidias dat Rabobank in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld door de opslagverhogingen door te voeren, is dan ook ongegrond.