Uitspraak
1.Procesverloop
2. Inhoud van het verzoek
3.Beoordeling van het verzoek
fixed fee). De raadsman heeft gelet op die gemaakte afspraakgeen tijd geschreven, zodat een urenspecificatie ontbreekt.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 juni 2021 uitspraak gedaan over een verzoekschrift op basis van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) betreffende de vergoeding van kosten voor rechtsbijstand. Het verzoekschrift, ingediend op 14 oktober 2020, betreft kosten die zijn gemaakt in verband met rechtsbijstand in een strafzaak met parketnummer 23-002998-19. De advocaat-generaal heeft op 9 april 2021 het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt, en op 25 mei 2021 heeft het hof de advocaat-generaal en de advocaat van de verzoeker in raadkamer gehoord. De verzoeker is niet verschenen tijdens deze zitting.
Het verzoek betreft een vergoeding van € 4.682,70 voor kosten van rechtsbijstand in de strafzaak en € 550,00 voor kosten in de verzoekschriftprocedure. Het hof heeft vastgesteld dat de strafzaak eindigde zonder oplegging van straf of maatregel, en dat het verzoekschrift tijdig is ingediend. Volgens artikel 534, eerste lid, Sv kan een schadevergoeding worden toegekend indien gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Het hof overweegt dat er geen bezwaar bestaat tegen rechtsbijstand voor een vast bedrag, maar dat inzicht in de tijdsbesteding van de raadsman essentieel is voor de beoordeling van het verzoek. In dit geval ontbrak een urenspecificatie, maar het hof concludeert dat er geen aanwijzingen zijn dat de gevorderde kosten onredelijk hoog zijn. Daarom heeft het hof besloten om het verzoek tot schadevergoeding toe te wijzen, met een totale vergoeding van € 5.232,70, die aan de verzoeker zal worden uitgekeerd. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam en is openbaar uitgesproken.