ECLI:NL:GHAMS:2021:2360
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van een minderjarige met internationale aspecten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren uit een huwelijk tussen een Ierse moeder en een Jamaicaanse vader. De moeder, die in Nederland verblijft, heeft in hoger beroep de beschikking van de kinderrechter van 2 februari 2021 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de minderjarige zijn verlengd. De moeder stelt dat er geen ernstige bedreiging is voor de ontwikkeling van de minderjarige en dat zij en de vader in staat zijn om gezamenlijk voor hun kind te zorgen. De Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling, de Jeugd- & Gezinsbeschermers, hebben echter betoogd dat de zorgen over de opvoedvaardigheden van de ouders en hun verleden in Ierland, waar eerdere kinderen van de moeder zijn mishandeld, nog steeds aanwezig zijn. Het hof heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en dat de gronden voor de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing aanwezig waren. Het hof heeft geoordeeld dat de ouders onvoldoende hebben meegewerkt aan de noodzakelijke hulpverlening en dat de uithuisplaatsing in het belang van de minderjarige noodzakelijk was. De beschikking van de kinderrechter is dan ook bekrachtigd.