ECLI:NL:GHAMS:2021:2343
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kredietovereenkomst en betalingsverplichtingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van RABO DIRECT FINANCIERING B.V., handelende onder de naam Freo, tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. Freo is in hoger beroep gekomen van een vonnis van 4 augustus 2020, waarbij de kantonrechter de vordering van Freo tot betaling van een bedrag van € 7.212,80 door de geïntimeerde, die niet verschenen is, had afgewezen. Freo had een kredietovereenkomst met de geïntimeerde, die niet aan zijn betalingsverplichtingen voldeed. De kredietovereenkomst was op 30 december 2011 verstrekt, maar de geïntimeerde had de overeenkomst niet ondertekend. Freo heeft de geïntimeerde meerdere keren aangemaand om zijn achterstand in betalingen in te lopen, maar zonder resultaat. Uiteindelijk heeft Freo de kredietovereenkomst beëindigd en het openstaande bedrag opgeëist. Het hof heeft in hoger beroep vastgesteld dat Freo aan haar verplichtingen heeft voldaan en dat de geïntimeerde in gebreke is gebleven. Het hof heeft het bestreden vonnis vernietigd en de vordering van Freo alsnog toegewezen, met veroordeling van de geïntimeerde in de proceskosten van de eerste aanleg. De kosten van het hoger beroep blijven voor rekening van Freo, omdat deze onnodig zijn gemaakt door het aanvoeren van bewijsstukken in hoger beroep.