Op 6 augustus 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 6 februari 2020. De zaak betreft een verkeersdelict waarbij de verdachte, een beginnend bestuurder, betrokken was bij een ernstig verkeersongeval. De verdachte reed met een te hoge snelheid binnen de bebouwde kom, wat leidde tot een ongeval waarbij inzittenden zwaar lichamelijk letsel opliepen. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 160 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 12 maanden. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een lagere taakstraf van 90 uren en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid geëist. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen en heeft besloten het vonnis van de rechtbank te bevestigen, behalve ten aanzien van de straf. Het hof heeft de taakstraf gehandhaafd op 160 uren, maar de ontzegging van de rijbevoegdheid deels voorwaardelijk opgelegd, om de verdachte te stimuleren op het goede pad te blijven. Het hof heeft daarbij de relevante wettelijke voorschriften in acht genomen en benadrukt dat de verdachte zich in de toekomst moet onthouden van strafbare feiten.