ECLI:NL:GHAMS:2021:2157
Gerechtshof Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Tardief wrakingsverzoek tijdens uitspraak arrest in strafzaak
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 3 februari 2021 een wrakingsverzoek van de verzoeker behandeld. De verzoeker had op 19 januari 2021, tijdens de uitspraak van het arrest in zijn strafzaak, de raadsheer mr. C.N. Dalebout gewraakt. De verzoeker stelde dat de raadsheer het dossier niet had gelezen en getuigenverzoeken had afgewezen. De mondelinge behandeling in de hoofdzaak had plaatsgevonden op 17 december 2020 en was onderbroken tot 5 januari 2021, waarna het onderzoek op die datum werd gesloten. Op 19 januari 2021 werd het arrest uitgesproken, waarbij de verzoeker en zijn raadsvrouw aanwezig waren.
De wrakingskamer oordeelde dat het wrakingsverzoek te laat was ingediend. Volgens artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering kan een rechter gewraakt worden zolang deze een zaak behandelt. Aangezien het onderzoek in de hoofdzaak op 5 januari 2021 was gesloten en het arrest op 19 januari 2021 reeds was voorbereid en ondertekend, was er op het moment van indienen van het wrakingsverzoek geen sprake meer van rechters die een zaak behandelden. De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk was en stelde het verzoek buiten behandeling. De verzoeker heeft de mogelijkheid om een rechtsmiddel in te stellen tegen het arrest in de hoofdzaak.
De beslissing van de wrakingskamer werd genomen door mrs. H.M.J. Quaedvlieg, J.F. Aalders en S.M.M. Bordenga, in tegenwoordigheid van griffier mr. D. Boessenkool.