4.2De man verzoekt in het principaal hoger beroep, met vernietiging van de bestreden beschikking, concretisering en nakoming van voornoemd ouderschapsplan en verzoekt:
primair:
dat de vrouw per omgaande haar onvoorwaardelijke medewerking verleent aan de gedeelde zorgregeling waarbij de man de kinderen bij zich zal hebben:
- in de even week gedurende zondag tot en met woensdag, en in de oneven week van woensdag tot en met zondag;
- gedurende de helft van de algemene feestdagen;
- gedurende de helft van de gebruikelijke schoolvakanties, waarbij de verdeling aansluit op of aan de zorgweek;
- gedurende de helft van de zomervakantie, met bepaling dat de kinderen in de even jaren gedurende de eerste helft bij de man zijn, en in de oneven jaren gedurende de tweede helft;
- op bijzondere gelegenheden zoals de verjaardag van de kinderen (verdeling bij dagdeel, anders bij toerbeurt), de verjaardag van de man en Vaderdag;
- waarbij het halen en brengen zal worden gedeeld;
zulks op verbeurte van een dwangsom van € 500,- , althans een bedrag dat het hof redelijk acht, voor iedere keer dat de vrouw in gebreke blijft om aan de beschikking te voldoen;
zulks met machtiging aan de man om de beschikking ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm nadat de vrouw, nadat twee dagen na betekening zijn verstreken, in gebreke blijft om aan de beschikking te voldoen;
- gedurende eenmaal per veertien dagen een weekeinde, beginnend op vrijdagmiddag en eindigend op maandagochtend, alsmede iedere woensdag tot en met donderdag;
- gedurende de helft van de algemene feestdagen;
- gedurende de helft van de gebruikelijke schoolvakanties, waarbij de verdeling aansluit op of aan het reguliere omgangsweekend;
- gedurende de helft van de zomervakantie, met bepaling dat de kinderen in de even jaren gedurende de eerste helft bij de man zijn, en in de oneven jaren gedurende de tweede helft;
- op bijzondere gelegenheden zoals de verjaardag van de kinderen (verdeling bij dagdeel anders bij toerbeurt), de verjaardag van de man en Vaderdag;
- waarbij het halen en brengen zal worden gedeeld;
zulks op verbeurte van een dwangsom van € 500,- , althans een bedrag dat het hof redelijk acht, voor iedere keer nadat de vrouw in gebreke blijft om aan de beschikking te voldoen;
althans,
zulks met machtiging aan de man om de beschikking ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm nadat de vrouw, nadat twee dagen na betekening zijn verstreken, in gebreke blijft om aan de beschikking te voldoen.
De vrouw verzoekt in het principaal hoger beroep de verzoeken van de man af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.