Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
- de gecertificeerde instelling de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering te Amsterdam (hierna: de GI);
- [de pleegvader] en [de pleegmoeder] , wonende te Hedel (hierna: de pleegouders);
- de minderjarige [de minderjarige] .
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
De vader wijst erop dat er geen twijfels zijn over zijn opvoedingscapaciteiten. Hij werkt weliswaar full time, maar is één dag per veertien dagen vrij. Ook komt hij rond 15.30 uur uit zijn werk en kan de moeder dan ondersteunen in de zorg voor [de minderjarige] . Hij is vanaf de geboorte betrokken bij [de minderjarige] en toen bleek dat de biologische vader geen rol wilde spelen heeft hij [de minderjarige] erkend en samen het gezag met de moeder laten aantekenen. Hij wil graag als gezin de zorg voor [de minderjarige] op zich nemen.
Beide ouders benadrukken dat zij ervan overtuigd zijn dat [de minderjarige] goed door pleegouders wordt verzorgd en dat deze hoe dan ook een rol in het leven van [de minderjarige] moeten houden.
De ouders hebben echter gemerkt dat de informatieverstrekking vanuit de GI minder is geworden, nadat het gezag is beëindigd.
Naar het oordeel van het hof is niet gebleken dat de vader dit kan compenseren. Hij zorgt voor stabiliteit door te werken en inkomsten te verwerven, maar kan niet wekelijks beschikbaar zijn voor zorgafspraken die nodig zijn in verband met de problematiek van [de minderjarige] . Immers, [de minderjarige] heeft een specifieke zorgbehoefte die niet lijkt te verminderen. Hij heeft een hartafwijking en een afwijking van het ZDNA-gen en het chromosoom 22. Hij heeft minder spierkracht en om dat te verbeteren is fysiotherapie nodig en moeten er dagelijks oefeningen met hem worden gedaan. [de minderjarige] gaat twee ochtenden in de week naar een revalidatiekliniek en moet dagelijks oefenen om een (verdere) vergroeiing van zijn lichaam te voorkomen. [de minderjarige] heeft onder meer spalkjes om de hamstrings op te rekken en het staan te bevorderen, hij heeft een speciale kinderstoel en speciale schoenen. De medische begeleiding voor [de minderjarige] is intensief. Zijn opvoeding vraagt daardoor meer energie, tijd, planning, geduld en vaardigheden van zijn opvoeders dan de opvoeding van een gemiddeld kind en vermoedelijk zal die situatie voortduren.