ECLI:NL:GHAMS:2021:2081
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- J.F. Miedema
- J. Jonkers
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken advocaat bij beroepschrift
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende een verzoek van een vrouw, die zonder tussenkomst van een advocaat in hoger beroep was gekomen tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 31 augustus 2020. De vrouw, wonende in Polen, had op 15 oktober 2020 haar beroepschrift ingediend, maar dit was niet ondertekend door een advocaat, wat in strijd is met artikel 359 in verbinding met artikel 278 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Het hof heeft de vrouw op 5 november 2020 en opnieuw op 29 maart 2021 in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar zij heeft niet gereageerd binnen de gestelde termijnen. De brieven van het hof waren in het Engels opgesteld, en het hof ging ervan uit dat de vrouw deze taal begreep, aangezien zij haar beroepschrift ook in het Engels had ingediend.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de vrouw niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar hoger beroep, omdat zij niet heeft voldaan aan de vereisten voor het indienen van een beroepschrift. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter van het hof, en de zaak is behandeld door een meervoudige kamer.