ECLI:NL:GHAMS:2021:1989
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van gezamenlijk gezag en wijziging zorgregeling na scheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgregeling en het gezag van twee minderjarige kinderen, geboren uit de relatie tussen de man en de vrouw. De man, verzoeker in principaal hoger beroep, heeft het hof verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen en hem met het eenhoofdig gezag over de kinderen te belasten. De vrouw heeft in incidenteel hoger beroep verzocht om haar te belasten met het eenhoofdig gezag en om de zorgregeling te wijzigen. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk het gezag over de kinderen uitoefenen, ondanks de verstoorde communicatie tussen hen. Het hof heeft geoordeeld dat er geen onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders, en dat gezamenlijk gezag in het belang van de kinderen is. De huidige zorgregeling is in stand gehouden, met een aanpassing voor de zorgregeling van het jongste kind, dat eenmaal per veertien dagen bij de man verblijft. De beslissing van de rechtbank is gedeeltelijk vernietigd, maar het hof heeft de bestreden beschikking voor het overige bekrachtigd. De ouders zijn aangespoord om beter te communiceren en samen te werken in het belang van hun kinderen.