ECLI:NL:GHAMS:2021:1951
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en aanvaardbaarheidstoets
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft in eerste aanleg een beschikking gekregen van de rechtbank Noord-Holland, waarin werd bepaald dat hij een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn kinderen, [kind A] en [kind B], moest betalen. De man is in hoger beroep gekomen van deze beschikking, waarin de kinderalimentatie was vastgesteld op € 25,- per kind per maand, met ingang van 2 juli 2019. De vrouw en [kind A] hebben geen verweerschrift ingediend, maar hebben wel journaalberichten ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 maart 2021 zijn beide partijen verschenen, maar [kind A] was niet ter zitting aanwezig.
Het hof heeft de feiten vastgesteld op basis van de eerdere beschikking van de rechtbank. De man heeft een beperkt inkomen en is sinds maart 2020 volledig afhankelijk van een uitkering op grond van de Participatiewet. Hij heeft schulden van circa € 195.000,- en is bezig met een schuldsaneringstraject. De man doet een beroep op de aanvaardbaarheidstoets, omdat hij stelt dat hij niet in staat is om kinderalimentatie te betalen. Het hof heeft vastgesteld dat de man, na aftrek van noodzakelijke kosten, minder dan 90% van de bijstandsnorm overhoudt, wat leidt tot de conclusie dat hij niet in staat is om enige bijdrage te betalen.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de man met ingang van 2 juli 2019 geen kinderalimentatie hoeft te betalen. De beslissing is genomen op 15 juni 2021 en is openbaar uitgesproken door de rechters in deze zaak.